Stemgeluid kinderdagverblijf
Neem stemgeluid van kinderen van een kinderdagverblijf mee in de afweging in het kader van een goede ruimtelijke ordening inzake de vaststelling van een bestemmingsplan
Uit diverse uitspraken blijkt dat dit vaak wordt vergeten. Deze casus die behandeld wordt in een uitspraak van 5 september 2012 (no. 201106299/1/R4) gaat om een wijzigingsplan dat de wijziging mogelijk maakt van ‘Wonen’ naar de bestemming ‘Maatschappelijke voorzieningen’. Het voormalige koetshuis wordt in gebruik genomen voor tussenschoolse en buitenschoolse opvang en voor aanvullende onderwijsactiviteiten in een woonwijk.
Buurtbewoners vrezen geluidsoverlast van stemgeluid van kinderen. Ze voeren aan dat in het akoestische onderzoek dat de gemeente heeft uitgevoerd ten onrechte niet het stemgeluid van kinderen op de omliggende woningen is betrokken. Waarschijnlijk heeft de gemeente zich laten leiden door artikel 2.18 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim). Daarin staat dat bij het bepalen van het geluidsniveau in de daar genoemde artikelen, het stemgeluid van kinderen op een onverwarmd of onoverdekt terrein dat onderdeel is van een inrichting van primair onderwijs of instelling voor kinderopvang, buiten beschouwing blijft. (Voor details verwijs ik naar artikel 2.18 Barim).
De Afdeling zegt het volgende: “Uit artikel 2.18, eerste lid, aanhef en onder h en i, van het Barim volgt weliswaar dat het stemgeluid van kinderen in de daar bedoelde situaties buiten beschouwing blijft bij het bepalen van de daar bedoelde geluidniveaus, maar dat dit niet weg neemt dat het dagelijks bestuur bij de vaststelling van een wijzigingsplan mogelijke geluidhinder voor omwonenden, ook indien dit hinder betreft door menselijk stemgeluid, in het kader van een goede ruimtelijke ordening in de vereiste belangenafweging dient te betrekken”.
Voor meer informatie over stemgeluid en een goede ruimtelijke ordening: