MER samenhangende activiteiten – Het college van GS van de provincie heeft een milieuvergunning verleend voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting voor klinker- en cementproductie. Voornoemd college heeft eerder een vergunning verleend als bedoeld in de Ontgrondingenwet voor het winnen van kalksteen. Verder is nog een vergunning verleend voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de winning van kalksteen.
Appellant voert aan dat ten onrechte niet één MER is opgesteld ter zake van de activiteiten waarop de milieuvergunning, de ontgrondingsvergunning en de grondwatervergunning betrekking hebben. Volgens haar hadden op grond van artikel 8.8, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet milieubeheer de milieugevolgen van alle activiteiten die door deze vergunningen worden toegestaan gezamenlijk moeten worden beoordeeld.
Het college voert aan dat de milieueffecten van de ontgronding in het MER klinker- en cementproductie zijn beschreven en in voldoende samenhang zijn beoordeeld. Het onttrekken van het grondwater is behandeld in het MER kalksteenwinning, aldus het college.
De Afdeling overweegt: “Nu de bij het bestreden besluit verleende vergunning voor de klinker- en cementproductie en de ontgrondingsvergunning besluiten zijn waarvan bij de voorbereiding een MER moet worden gemaakt en afd. 3.4 van de Awb moet worden toegepast, is de vraag of de klinker- en cementproductie en de kalksteenwinning met elkaar samenhangende activiteiten zijn als bedoeld in artikel 14.5 van de Wet milieubeheer. De tekst van de wet geeft daarover geen uitsluitsel. (…)
Gelet op het feit dat bij het bestreden besluit vergunningen als bedoeld in de Wet milieubeheer zijn verleend voor zowel de klinker- als cementproductie als het winnen van kalksteen, dat deze activiteiten in elkaars nabijheid plaatsvinden en dat kalksteen wordt gewonnen ten behoeve van de klinker- en cementproductie, zijn de klinker- en cementproductie en de kalksteenwinning met elkaar samenhangende activiteiten als bedoeld in artikel 14.5 van de Wet milieubeheer.
Ter zake van de activiteiten zijn twee besluiten genomen, bij de voorbereiding waarvan op grond van het Besluit milieueffectrapportage 1994 een MER moet worden gemaakt en op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Awb van toepassing is, zodat ter voorbereiding van die besluiten één milieueffectrapport had moet worden gemaakt. “
Zie uitspraak ABRS 29 augustus 2012, no. 201001848/1/T1/A4