Beperkingen schietterrein in planregels bestemmingsplan vastleggen
Schietterreinen zijn meestal niet erg populair en de gemeente ontvangt vaak bezwaren in zienswijzen tegen ontwerpbestemmingsplannen die een schietbaan of -terrein mogelijk maken. Zo ook in de casus die zich afspeelt in de uitspraak van de Afdeling van 11 december 2013, no. 201201006/1/R3. In deze uitspraak komt met name het aspect geluid en een goede ruimtelijke ordening aan de orde. Voor gemeenten vaak relevante informatie.
Naast het schietterrein ligt een woning, een paardenstal en een buitenrijbak met weiland waar paarden staan. In het bestemmingsplan is de schietbaan opgenomen met de bestemming ‘Sport’. Er zijn in de planregels geen beperkingen opgenomen met betrekking tot gebruik van het schietterrein. Volgens de Afdeling is dit onterecht:
“Vast staat dat de raad er bij de beoordeling van de ruimtelijke aanvaardbaarheid van het gildeschietterrein ter plaatse van is uitgegaan dat alleen het zuidelijke deel van het plandeel zal worden gebruikt als schietterrein en dan slechts eens per veertien dagen op zaterdagen tussen 17.00 en 22.00 uur en dat evenementen zeer beperkt mogelijk zijn. Deze door de raad gewenste beperkingen zijn echter niet vastgelegd, zodat het gehele terrein kan worden gebruikt als schietterrein en het gebruik hiervan op geen enkele wijze is beperkt. (…). Nu de raad het schietterrein ter plaatse uitsluitend onder voormelde beperkingen aanvaardbaar acht, had de raad in het kader van een goede ruimtelijke ordening het gebruik van de gronden als schietterrein moeten beperken tot het zuidelijke deel en de locatie van de schietpalen vast moeten leggen. Verder had het in dit geval op de weg van de raad gelegen om ten aanzien van de frequentie waarmee het schietterrein gebruikt mag worden en de daarbij behorende geluidhinder regels te stellen. Daarbij is van belang dat vast is komen te staan dat de raad geen gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid om ingevolge 2.18, vijfde lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer bij gemeentelijke verordening regels te stellen ten behoeve van het voorkomen van geluidhinder met betrekking tot traditioneel schieten. Onder deze omstandigheden is het niet uit te sluiten dat het schietterrein een onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat in de omgeving met zich zal brengen en kan leiden tot onveilige situaties, mede gelet op het gebruik van de naastgelegen gronden voor het houden en berijden van paarden.”