In de onderdelen C en D van de bijlagen van het Besluit m.e.r. staat aangegeven in categorie 11.2 en 11.3, dat een MER moet worden gemaakt dan wel beoordeeld dient te worden of een MER moet worden gemaakt in het kader van het bestemmingsplan dat voorziet in de aanleg van het bedrijventerrein, in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een oppervlakte van 150 ha of meer onderscheidenlijk 75 hectare of meer.
Hoe dient deze oppervlakte berekend te worden?
De Afdeling overweegt in een uitspraak van 31 augustus 2011, (no. 201002473/1/R3) in 2.5.5 dat bij de berekening van de oppervlakte van een bedrijventerrein de oppervlakte van een bedrijventerrein zelf in aanmerking moet worden genomen, en de oppervlakte van aan te leggen groenvoorzieningen. Niet alleen de tot ‘Groen’ bestemde gronden die nodig zijn voor de in het plangebied voorziene waterberging, maar ook de resterende tot ‘Groen’ bestemde gronden.
Verder stipt de Afdeling ook nog eens aan dat bij de berekening van de oppervlakte van een bedrijventerrein in het kader van de m.e.r.-(beoordelings)plicht slechts de oppervlakte van een bedrijventerrein zelf in aanmerking moet worden genomen en niet een eventuele geluidzone rondom dat terrein, nu deze geen deel uitmaakt van het bedrijventerrein. Zie ook ABRS 15 december 2010 (no. 200903460/1/R3).
—————————————————————————————–
Op MER afgestemde planregels in bestemmingsplan nodig? Schakel Marian Harberink in: bel 010-3200759.