Geluid schutterij en goede ruimtelijke ordening
Casus In het kader van een actualisatie van een bestemmingsplan waren bestaande schutterij-activiteiten in het nieuwe bestemmingsplan ondergebracht in de bestemming ‘Maatschappelijk’ en de aanduiding ‘specifieke vorm van sport – schutterij’. In het oude bestemmingsplan gold voor de locatie de bestemming ‘Bijzondere doeleinden’. De raad heeft volgens appellanten geen rekening gehouden met de in de VNG-brochure opgenomen afstanden tussen de woningen en het perceel van de schutterij. Voorts wijzen zij op de ongelimiteerde gebruiksduur van de schutterij en de geluidsoverlast op hun woningen.
De raad had zich tijdens het beroep op het standpunt gesteld dat nu voor de schutterij op grond van het Activiteitenbesluit geen geluidsnormen gelden en het toestaan van de schutterij op dit plandeel niet kan worden aangemerkt als een nieuwe ontwikkeling, hij wat betreft geluidhinder geen afweging heeft behoeven te maken.
Afweging Afdeling [geluid schutterij] – Volgens de Afdeling heeft de raad echter over het hoofd gezien dat de bouw van schietbomen onder het oude bestemmingsplan niet was toegestaan. Het bestemmen van het plandeel voor schutterij en het toestaan van de bouw van twee schietbomen moet aldus als een nieuwe ontwikkeling worden aangemerkt. De schutterij-activiteiten waren echter wel toegestaan. De in de VNG-brochure genoemde afstanden zijn derhalve niet direct van toepassing, aangezien deze zijn bedoeld voor nieuwe situaties. Deze afstanden kunnen echter wel een indicatie vormen voor bestaande situaties met betrekking tot de aanvaardbaarheid van het plan vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening. Nog afgezien van het vorenstaande geeft de Afdeling aan “dat hoewel het geluid vanwege traditioneel schieten door een schutterij ingevolge het Activiteitenbesluit niet bij de bepaling van het geluidniveau wordt betrokken, diende de raad dit in het kader van de vereiste belangenafweging wel bij de vaststelling van het plan te betrekken. (..) Dit klemt des te meer nu in de VNG-brochure als afstand tussen schietbanen met schietbanen en een rustige woonwijk 500 m staat vermeld en het perceel van appellanten op een afstand van 1,5 m, respectievelijk 55 m van het perceel van de schutterij zijn gelegen. (..) De raad heeft niet inzichtelijk gemaakt in hoeverre, de in de VNG-brochure opgenomen afstand in aanmerking genomen, bij de woningen een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gewaarborgd.”