Geluid kinderopvang en goede ruimtelijke ordening

Geluid kinderopvang en een goede ruimtelijke ordeninggeluid kinderopvang

Geluid (s) (overlast) van spelende kinderen zorgt in de ruimtelijke ordening vaak voor hoofdbrekens. Dit specifieke geluidsaspect dient bij bijv. kinderopvang, scholen, e.d. mee te worden genomen bij de afweging of er sprake is van een goede ruimtelijke ordening bij het vaststellen van een bestemmingsplan. Wanneer is daar nu sprake van? Zoals in onderstaande uitspraak valt op te maken is dit zeer casuïstisch.

De Afdeling laat zich hierover uit in een uitspraak van 10 augustus 2011, 201006174/1/R1:

Hoewel in de tuin van de woning enige geluidsoverlast ondervonden kan worden van spelende kinderen, heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de geluidsoverlast als gevolg van de kinderopvang aanvaardbaar is. Hierbij acht de Afdeling van belang dat tussen de tuin van de woning en het speelterrein een afschermende groenhaag staat en dat de kinderen niet allemaal tegelijk buiten spelen. Voorts is de kinderopvang gesloten na 18.30 uur en in de weekeinden. Gelet hierop behoefde de raad, anders dan appellant betoogt geen akoestisch onderzoek uit te voeren.”

Hoewel er in dit geval geen akoestisch onderzoek hoefde te worden uitgevoerd, raad ik het altijd wel aan. De restcategorie ‘een goede ruimtelijke ordening’ is riskant om over te slaan. Het is verder een kleine moeite om hier onderzoek naar te doen.

datum blog: 12 augustus 2011 (geluid kinderopvang)

 

Geluid uitwerkingsregels bestemmingsplan

Geluid uitwerkingsregels bestemmingsplan geluid uitwerkingsregels

Essentie: Bij opname van uitwerkingsregels in bestemmingsplannen (moederplan) dient in de regel onderzocht te worden of de met de uitwerkingsregels te realiseren ontwikkeling in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening in de zin van de Wro.

De Afdeling overweegt in een uitspraak van 10 augustus 2011 (LJN: BR4624):

(…) Aan een uitwerkingsplicht dient gevolg te worden gegeven. Daarbij dienen de uitwerkingsregels te worden toegepast. Slechts bijzondere omstandigheden kunnen ertoe leiden dat aan deze verplichting kan worden voorbij gegaan. Het voorgaande brengt met zich dat door het onherroepelijk worden van het onderhavige plandeel de aanvaardbaarheid van de uit te werken verkeersbestemming in beginsel als een gegeven moet worden beschouwd bij de toetsing van een op grond van dit bestemmingsplan vast te stellen uitwerkingsplan. Dit betekent dat nu het uit te werken plandeel een beperkte omvang heeft en de uitwerkingsplicht voor het college van b&w weinig ruimte laat voor een andere invulling dan ten behoeve van gebruik in hoeverre de uit te werken bestemming in alle facetten, waaronder mede de akoestische gevolgen, in overeenstemming is met relevante wetgeving en strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening

datum blog: 11 augustus 2011 (geluid uitwerkingsregels)

Bel voor vragen of advies over geluid en een goede ruimtelijke ordening 010-268 0689.

Geur crematorium en VNG-brochure

Geur crematorium en VNG-brochuregeur crematorium

Het bestemmingsplan maakt de bouw van 330 woningen mogelijk en de bouw van een zorgcomplex. In de buurt van het plangebied ligt een bestaand crematorium. Appellant betoogt dat de nieuwbouw te dicht bij het crematorium wordt gesitueerd. De kortste afstand tussen het crematorium en het plandeel met de bestemming ‘Woongebied’ is ongeveer 80 meter.

Volgens de Afdeling wordt met deze afstand niet voldaan aan de aanbevolen richtafstand uit de VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’ (2009). De afwijking had de raad gemotiveerd door erop te wijzen dat geurreducerende filters zullen worden aangebracht. Deze motivering is naar het oordeel van de Afdeling op zichzelf onvoldoende draagkrachtig, aangezien onduidelijk is of en in hoeverre het aanbrengen van filters een extra maatregel betreft waarvan het geurreducerende effect niet reeds in de door de VNG-brochure aanbevolen afstand ten opzichte van crematoria is verdisconteerd. (ABRS 21 juli 2010, LJN: BN1893) (geur crematorium)

Noot MH: Belangrijk is om bij afwijkingen altijd te onderbouwen waarom dat in een bepaalde situatie wel kan. Hierbij geldt in het algemeen hoe groter de afwijking, hoe meer onderbouwd dient te worden. In dit geval had een geuronderzoek gedaan moeten worden.

stadslandbouw bestemmingsplan mogelijk maken

Stadslandbouw bestemmingsplan mogelijk makenstadslandbouw bestemmingsplan

Stadslandbouw staat in Nederland onder een toenemende belangstelling. In de VS en Canada is stadslandbouw al langer populair. In onder meer Washington, Madison, New York, Vancouver en Atlanta is het hip onder stadsbewoners om eigen groenten te verbouwen en dieren, zoals bijen, te houden. Ook zijn er commerciële stadstuinen die hun producten verkopen aan lokale restaurants of op lokale markten met eetgelegenheden, zoals de Reading Terminal Market in Philadelphia. Via maandelijkse tijdschriften als ‘Urban Farm en Beeculture worden maandelijks tips gegeven en netwerken bijgehouden over stadslandbouw, rooftopgardening en het houden van bijen in de stad. Websites als www.urbanchickens.org geven tips over het houden van kippen in de stad.

Er zijn ook tal van commerciële stadstuinen die hun producten verkopen aan lokale restaurants of op lokale markten met eetgelegenheiden (www.readingterminalmarket.org en www.thestop.org).

Het zijn echter niet alleen bewoners die zich met landbouw in de stad bezig houden. Ook onder stadsbestuurders, ambtenaren, ondernemers, projectontwikkelaars, voedselactivisten en boeren in de VS leeft stadslandbouw in toenemende mate. Stadslandbouw maakt in steeds meer Amerikaanse steden onderdeel uit van Sustainability Plans. Deze integratie van lokale en regionale voedselproductie in planologische stadsplannen moet uiteindelijk bijdragen tot een duurzamere samenleving waar de gezondheid van bewoners en voedselproductie in brede zin centraal staat. Ook wordt stadslandbouw steeds vaker geïntegreerd in stadsplannen, vergelijkbaar met de gemeentelijke structuurvisie. Een voorloper op dat gebied in de VS is Philadelpia, waar programma’s zijn ontwikkeld voor stadslandbouw, zoals de Philadelpia’s Green Program. Het doel van het programma is om in 2015 locaties in de stad te creëren waar lokaal verbouwd voedsel is te kopen op maximaal 10 minuten loopafstand voor tenminste 75% van de inwoners:

Bring local food within 10 minutes of 75 percent of residents, Greenworks Philadelphia sets goals to increase access to fresh food, create demand for locally grown foods, support food entrepreneurs and combat hunger.”

Verdere doelen zijn:

  • 12 commerciële stadsboerderijen
  • 15 nieuwe boerenmarkten
  • 59 voedselproducerende stadstuinen.

Een ambitieus programma waar steden in Nederland een voorbeeld aan kunnen nemen.  

Daarnaast speelt stadslandbouw in de VS ook een belangrijke rol bij de stimuleringsprogramma’s van de overheid voor een gezonder eetpatroon bij de bevolking, in het bijzonder in wijken met lagere inkomens waar een zak chips goedkoper is dan een appel.

Stadslandbouw is meer dan een volkstuin

In Nederland kennen we al vrij lang de zogeheten volkstuin waar bewoners eigen groenten verbouwen en planten kweken. Stadslandbouw omvat echter meer. Het is een omslag in denken over de algemene voedselproductie door meer lokaal voedsel te produceren, te consumeren en te verkopen. Landbouw wordt meestal geassocieerd met het platteland. Stadslandbouw onderscheidt zich van de klassieke landbouw doordat het bewust interactie zoekt met de stad. Het is op allerlei manieren mogelijk om ook in een stedelijke omgeving gewassen te verbouwen, vissen te kweken of dieren te houden, zoals kippen, ten behoeve van de lokale voedselconsumptie. Dit kan op een kleinschalige wijze via een dakterras of volkstuin, maar ook op een meer professionele en commerciële manier, zoals op landbouwgronden van boerderijen aan de rand van de stad of grootschalige commerciële teelt op dakterrassen (zoals in New York). Een vast concept bestaat niet voor stadslandbouw!

Verder is het een manier voor stadsbewoners om kennis te maken met land- en tuinbouw en om de lokale producten van voedsel te ondersteunen. In 2010 heeft het Amerikaanse departement van Landbouw de campagne ‘Know your farmer, know your food’ opgezet. De bedoeling van de campagne is om meer Amerikanen bewust te maken van de oorsprong van voedsel, gezonder te laten eten, de lokale landbouw te ondersteunen en om landbouw te integreren in de ruimtelijke inrichting van de stad. Onder meer door boerenmarkten mogelijk te maken in het centrum van de stad. Veelal zijn deze markten voorzien van terrassen en eetgelegenheden waar streekgerechten direct geconsumeerd kunnen worden en veel publiek aantrekken.

Ik heb zelf de markten in Philadelpia en Madison bezocht. Vooral de overdekte markt in Philadelphia (Reading Terminal Market) is erg indrukwekkend. Vele kramen en winkels worden gerund door Amish. Deze traditionele bevolkingsgroep leeft veelal van eigen voedselproductie en verkoopt haar producten in de stad. Grappig om te zien is dat stadsbewoners met das en in mantelpak voor de lunch in de rij staan met Ipad of andere smartphone in de hand en bediend worden door traditioneel uitziende Amish.

De boerenmarkt in Madison is op dit moment de grootste boerenmarkt in de VS en wordt elke zaterdag gehouden. Ook hier was indrukwekkend om te zien hoe druk deze markt bezocht werd en het aanbod van bijna 200 kramen.

 

Stadslandbouw in Nederland in ontwikkeling

Nederland kent ook in een aantal steden stadslandbouw. De omvang is echter nog beperkt of in ontwikkeling. Voorbeelden van stadsboerderijen op landbouwgronden in of aan de rand van de bebouwde kom zijn Stadsboerderij Almere en de Genneperhoeve in Eindhoven. In Almere wordt op dit moment het project Agromere ontwikkeld. Dit project moet ervoor zorgen dat landbouw weer bij de stad wordt betrokken.

Een andere manier van stadslandbouw is het telen van gewassen op voormalige industriële gronden, desolate stedelijke gebieden of op beoogde woningbouwlocaties die in verband met de crisis stilliggen. Een voorloper hiervan is het project ‘Uit je eigen stad‘ in Rotterdam.

De omvang van stadslandbouw in Nederland is echter nog beperkt en een aantal projecten is nog in ontwikkeling. In andere steden in Europa, zoals Parijs en Londen is stadslandbouw al veel meer ontwikkeld. In Parijs kent men zelfs stadswijngaarden, waarvan de oudste dateert uit de jaren ’30. Zelfs in Londen wordt wijn in de stad verbouwd.

Om landbouw ook in Nederland te laten slagen is het van belang dat het aantrekkelijk wordt gemaakt voor initiatiefnemers en op de politieke agenda wordt gezet. Behalve de voordelen voor de volksgezondheid, valt er voor gemeenten ook veel sociale winst te behalen. Stadslandbouw kan mensen met verschillende achtergronden ook met elkaar verbinden en de sociale cohesie bevorderen binnen een wijk. Projectontwikkelaars kunnen een stadswijk aantrekkelijker en leefbaarder maken door percelen te reserveren voor stadslandbouw.

Ook is het nodig dat de traditionele denkwijze rondom landbouw verandert en dat er ruimte voor stadslandbouw in bestemmingsplannen wordt gemaakt. Hoewel het erg positief te noemen is dat meer bewoners belangstelling hebben voor stadslandbouw en eigen groenten verbouwen, is het om stadslandbouw serieus te laten slagen ook van belang dat er naast hobbymatige activiteiten ook een inkomen uit gegenereerd kan worden. De commericiële stadstuinen in de VS verkopen veelal hun producten aan lokale restaurants en staan op lokale markten waar de producten verkocht worden.

Ook is het belangrijk voor initiatiefnemers om te weten welke juridische kaders de lokale overheid stelt voor landbouw. Om steun te krijgen van de overheid in de vorm van bijv. het beschikbaar stellen van gemeentelijke gronden voor stadslandbouw of om projecten te ondersteunen, is het erg belangrijk dat stadslandbouw gepresenteerd wordt bij gemeentebestuurders als een serieus en aantrekkelijk project voor de stad. Een alternatief voor de huidige voedselproductie met toekomstperspectief. Omdat bij de meeste mensen nog het idee leeft dat landbouw alleen thuishoort op het platteland en niet in de stad, is een mentaliteitsverandering nodig. Dit laatste zal de nodige tijd kosten.

Stadslandbouw opnemen in bestemmingsplannen

Stadslandbouw biedt veel voordelen voor een stad. Naast meer groen in de stad en meer lokale voedselproductie, valt er voor gemeenten ook sociale winst te behalen. Stadslandbouw kan mensen met verschillende achtergronden met elkaar verbinden en de sociale cohesie bevorderen binnen een wijk. Gemeenten en projectontwikkelaars kunnen een stadswijk aantrekkelijker en leefbaarder maken door stroken aan te leggen waar stadslandbouw mogelijk is. Zonder verankering in het bestemmingsplan zal het fenomeen stadslandbouw echter als een hype overwaaien.

Met name de laatstgenoemde vorm van stadslandbouw – landbouw op binnenstedelijke locaties – kent problemen in de uitvoering. Door gemeenten wordt stadslandbouw op stedelijke locaties veelal voor een korte periode toegestaan via een tijdelijke omgevingsvergunning voor maximaal 5 jaar. Deze periode is echter voor initiatiefnemers te kort om het project te laten slagen en uit de kosten te komen. Een gemeentelijke toestemming op tijdelijke basis is dan ook niet aantrekkelijk voor ondernemers. De tijdsduur van een bestemmingsplan is hiervoor meer geschikt.

auteur: Marian Harberink

datum publicatie: 5 augustus 2011 [stadslandbouw bestemmingsplan]

Ontwerpbesluit opnieuw ter inzage?

Ontwerpbesluit opnieuw ter inzage?ontwerpbesluit

In de praktijk leidt bovengenoemde kwestie vaak tot vragen. Moet bij het nemen van een besluit dat afwijkt van het ontwerpbesluit, de (bestemmingsplan- of uitgebreide) procedure opnieuw worden doorlopen? Bijvoorbeeld indien zienswijzen leiden tot aanpassing van plannen of onderzoek?

Dit hangt af van de wijziging. Indien de wijziging dermate groot is dat dit niet meer lijkt op het oorspronkelijke ontwerpbesluit met de bijbehorende stukken, dan adviseer ik om de stukken opnieuw ter inzage te leggen. Vaak is dat echter niet het geval. Meestal gaat het om ondergeschikte wijzigingen.

De Afdeling geeft in een uitspraak van 27 juli 2011, 201007643/1/M2) over een ontwerp-tracébesluit het volgende aan: “De omstandigheid dat de minister in de over het ontwerptracébesluit naar voren gebrachte zienswijzen aanleiding heeft gezien om het akoestisch onderzoek aan te passen, betekent niet dat een nieuw ontwerptracébesluit moest worden vastgesteld en ter inzage gelegd. De omstandigheid dat de aanpassing van het akoestisch onderzoek heeft geleid tot het voornemen voor een andere vaststelling van hogere waarden in het tracébesluit dan in het ontwerptracébesluit is voorzien, brengt dat evenmin met zich. Noch de op de voorbereiding van het besluit van toepassing zijnde afd. 3.4 Awb noch enige andere rechtsregel of -beginsel verplicht de minister ertoe om opnieuw een ontwerptracébesluit ter inzage te leggen wanneer het voornemen bestaat om bij het nemen van het besluit gedeeltelijk van het ontwerp af te wijken”.

maatregelen geluid schoolplein borgen in bestemmingsplan

Maatregelen geluid van schoolplein borgen in planregels bestemmingsplanmaatregelen geluid

Kern uitspraak: Grenzend aan het appartementengebouw ligt een school met een schoolplein. De geluidhinder die een basisschool veroorzaakt door het geluid van spelende kinderen op het schoolplein. De kortste afstand tussen de school en het voorziene complex bedraagt ongeveer 5 m. In de VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’ behoort een basisschool tot milieucategorie 2. In de brochure wordt een afstand van 30 m aanbevolen tussen een rustige woonwijk en een school voor basisonderwijs. Een verschil tussen de feitelijke afstand en de aanbevolen afstand dient deugdelijk te worden gemotiveerd.

De gemeente heeft een akoestisch onderzoek uit laten voeren om te bepalen of en hoe een vergelijkbare geluidkwaliteit bij de woningen behaald zou kunnen worden, als het geval is bij een afstand van 30 m. Volgens het onderzoek is een geluidbelasting van 45 dB op de gevels van de woningen toelaatbaar en kan worden uitgeweken naar ten hoogste 50 dB. De raad heeft de te treffen maatregelen geborgd in het bestemmingsplan en in de planregels opgenomen dat balkons en terrassen aan de westzijde, waar de afstand tot het schoolplein het kleinst is, dienen te zijn voorzien van maatregelen die bewerkstelligen dat de toegestane grenswaarden van 45 respectievelijk 47 dB niet worden overschreden. Volgens de Afdeling (ABRS 13 juli 2011, LJN: BR1479) (maatregelen geluid) is hiermee de afwijking van de aanbevolen afstand voldoende gemotiveerd.

Publicatie: 2011

 

Frequentie evenement vastleggen in bestemmingsplan

Frequentie evenement vastleggen in bestemmingsplanfrequentie evenement

Kern: Volgens appellant zijn de planregels te ruim geformuleerd. Onduidelijk is gedurende welke termijn en met welke frequentie het plangebied als evenemententerrein mag worden gebruikt. De raad heeft zich op het standpunt gesteld dat voor het organiseren van evenementen een vergunning moet worden aangevraagd. In het kader van die vergunning wordt bepaald wanneer en voor welke periode een evenement mag plaatsvinden.

Overweging Afdeling: (ABRS 13 juli 2011, LJN: BR1412). In de planregel is niet vastgelegd hoe vaak de gronden van het plangebied als evenemententerrein mogen worden gebruikt. Tevens is onduidelijk, indien een evenement wordt georganiseerd, gedurende welke termijn dit mag gebeuren. Gelet hierop is de Afdeling van oordeel dat de planregel onvoldoende duidelijk is en dat de begrippen tijdelijk en periodiek uit oogpunt van rechtszekerheid nader dienen te worden geconcretiseerd. De omstandigheid dat voor het organiseren van een evenement een vergunning is vereist, waarin de duur van het evenement kan worden vastgelegd, leidt niet tot een ander oordeel, reeds omdat niet duidelijk is op basis van welke criteria wordt beslist op een verzoek om een dergelijke vergunning.

Praktijktip: Om bijv. buurtfeesten, braderieën, etc. toe te staan, kan binnen de bestemming ‘Groen’ of ‘Verkeer’ een tijdelijk evenement worden toegestaan. Definieer ’tijdelijk evenement’ duidelijk in de planregels en beperk voor de zekerheid in de gebruiksregels het aantal toegestane evenementen.

Jaar publicatie: 2011 (frequentie evenement)

Afwijken VNG-brochure geluid bij bestaande situatie kinderopvang

Afwijken VNG-brochure geluid bij bestaande situatie kinderopvangafwijken VNG-brochure

Er zijn uitspraken van de Afdeling bekend (o.a. ABRS 5 januari 2011, nr. 201002664/1/R3) die aangeven dat de VNG-brochure niet van toepassing is bij een bestaande situatie. De VNG-brochure is bedoeld voor nieuwe situaties. Voor bestaande situaties kunnen de richtafstanden van de VNG-brochure echter wel een indicatie zijn voor de aanvaardbaarheid van het plan vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening (zie ABRS 17 november 2010, nr. 200909373/1/R3). Dit laatste is in de praktijk lastig.

In deze casus (ABRS 9 februari 2011, 201005192/1/R3) bestond zowel de woning van appellant als de kinderopvang reeds lange tijd. De VNG-brochure is dan volgens de jurisprudentie van de Afdeling niet van toepassing. In het nieuwe bestemmingsplan heeft het plandeel van de kinderopvang echter wel meer bouwmogelijkheden, waardoor er gedeeltelijk sprake is van een ‘nieuwe situatie’. De bebouwing wordt mogelijk gemaakt op kortere afstand van de perceelsgrens met appellant. De maximale planologische mogelijkheden voor de kinderopvang zijn in het nieuwe bestemmingsplan groter geworden. In dergelijke gevallen is de VNG-brochure dan ook van toepassing.

Praktijktip: Omdat de lijn van de uitspraken van de Afdeling voor de praktijk niet altijd even helder is: Onderzoek ook indien er sprake is van een bestaande situatie, altijd of er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Met name bij kinderopvang kan dit punt doorslaggevend zijn bij het ‘overeind’ blijven van het bestemmingsplan. Hierbij is geluid meestal het te onderzoeken aspect. Onderschat dit niet!

Publicatie: 2011

Voor vragen over geluid en afwijken VNG-brochure: bel 010 – 2680689.

 

dwarsprofiel weg op verbeelding bestemmingsplan

Dwarsprofiel weg op verbeelding bestemmingsplandwarsprofiel weg

Het bestemmingsplan in kwestie maakt de bouw mogelijk van zo’n 3500 woningen. Volgens appellant is de geluidbelasting op de gevel van zijn woning als gevolg van de aanleg van de weg onvoldoende onderzocht. Hij vreest een forse toename van geluid.

De woning van appellant ligt op 120 m van het plandeel met de bestemming ‘Wonen – Uit te werken)’. Het plandeel met de bestemming ‘Verkeer’ omvat een breedte van ongeveer 26 m die ruimte biedt voor 4 wegstroken en fietspaden. 

De Afdeling overweegt dat op de verbeelding ingevolge het Besluit ruimtelijke ordening, geen dwarsprofiel is opgenomen en dat het aantal rijstroken van de provinciale weg in de planvoorschriften niet is beperkt tot 2. Het is dus op basis van het bestemmingsplan mogelijk om de provinciale weg te verbreden tot 4 rijstroken. De stelling van de raad dat verdubbeling van het aantal rijstroken niet binnen de planperiode zal plaatsvinden, doet daar niet aan af. Nu geen akoestisch onderzoek is verricht naar de gevolgen van een verdubbeling van het aantal rijstroken van de provinciale weg voor de woning van appellant, is de Afdeling van oordeel dat het plan onvoldoende is voorbereid.

Zie uitspraak ABRS 29 juni 2011, no. 200905117/1/R1.

 

chalet is geen stacaravan volgens bestemmingsplan

Chalet is geen stacaravan in de zin van het bestemmingsplanchalet

In het betreffende bestemmingsplan wordt onder stacaravan verstaan: “een kampeermiddel in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen”.

De Afdeling overweegt in haar uitspraak van 25 mei 2011 (201010086/1/R2): “Bljkens de ter zitting aan de orde gestelde foto’s zijn de chalets gedeeltelijk van steen, zijn ze aangesloten op de nutsvoorzieningen, bevindt zich aan de zijkant van de chalets een erker, en is een afwateringspijp, verbonden met de grond, aan het dak van de chalets bevestigd. De chalets kunnen dan ook niet worden aangemerkt als een stacaravan als bedoeld in de planregels”.

Klik hier voor de uitspraak.