Geluidbelasting gevels en aanvaardbaar woon- en leefklimaat

Geluidbelasting gevels en aanvaardbaar woon- en leefklimaatgeluidbelasting gevels

In deze casus ging het om een woningbouwplan nabij een bestaande horecagelegenheid. De exploitant vreesde voor zijn bedrijfsvoering. De raad gaf aan dat de gevels van de woningen zullen worden uitgevoerd als dove gevel en dat in de buitenruimten een aanvaardbaar geluidsniveau wordt gegarandeerd door de woningen te voorzien van een patio die wordt omsloten door bebouwing. Echter… de raad was vergeten om het geluidsniveau te bepalen in de toekomstige tuinen van de bewoners. Verder was de uitvoering van de achtergevels als dove gevel niet in het plan voorgeschreven.

Praktijktip: weeg altijd het aspect een goede ruimtelijke ordening altijd mee bij de planvorming. Hoewel het inmiddels een ‘vergaarbak’ van aspecten is die bekeken moeten worden, is het zeer belangrijk voor het slagen van een project. Verder dienen maatregelen die worden voorgeschreven in milieuonderzoeken, zoals dove gevels als gevolg van een akoestisch onderzoek, te worden geborgd in het bestemmingsplan. Doe dit in de vorm van een voorwaardelijke verplichting in de planregels van het bestemmingsplan.

Voor de uitspraak van de Afdeling van 27 oktober 2010 klik hier. De Afdeling overweegt: “De omstandigheid dat, indien de achtergevels worden uitgevoerd als dove gevel, voldaan kan worden aan de eisen uit het Activiteitenbesluit, laat onverlet dat in het kader van het vaststellen van het bestemmingsplan, alle betrokken belangen behoren te worden afgewogen, waarbij moet worden beoordeeld in hoeverre het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Nu het gebruik van de tuinen door toekomstige bewoners is toegelaten, dient in het voorliggende geval de beoordeling of sprake is van een goed woon- en leefklimaat niet slechts betrekking te hebben op de geluidbelasting op de gevel en in de patio’s, maar eveneens betrekking te hebben op de tuinen gelegen aan de achterzijde van de woningen. Door hieraan geen enkele aandacht te besteden, heeft de raad niet aannemelijk gemaakt dat met het plan een goed woon- en leefklimaat is verzekerd”.  

datum publicatie: 24 mei 2011

 

Zienswijzen per email bij bestemmingsplan

Zienswijzen per email bij bestemmingsplanzienswijzen per email

Praktijktip: Wees als gemeente altijd ruimhartig met het behandelen van zienswijzen per email. Denk niet te snel: de weg van het indienen van zienswijzen per e-mail hebben wij niet opengesteld, dus de zienswijze kan terzijde worden gelegd. Neem de zienswijze altijd mee – ook via e-mail of 1 dag te laat – en laat de bestuursrechter later uitmaken of de zienswijze al dan niet op tijd is. Speel geen eigen rechter. Als gemeente loopt u zo het minste risico.

Uitspraak I: De Afdeling overweegt in een uitspraak van 11 mei 2011 (200904884/1R1) als volgt: “Hoewel in de kennisgeving van de terinzagelegging van het ontwerpplan niet is vermeld dat zienswijzen langs elektronische weg bij de deelraad kunnen worden ingediend, heeft appellant zich erop beroepen dat hij op de informatieavond (…) zijn zienswijze mondeling heeft kenbaar gemaakt en vervolgens per e-mail heeft bevestigd, overeenkomstig de informatie die op die avond is verstrekt. Onder deze omstandigheden is de Afdeling in dit geval van oordeel dat de deelraad de zienswijze van appellant niet buiten beschouwing had mogen laten”.

Uitspraak II: In een uitspraak van 19 oktober 2011 (no. 200906702/1/R3) komt dit onderwerp wederom aan bod. De terinzagetermijn om zienswijzen in te dienen eindigde op 2 februari. Op 1 februari had de appellant een zienswijze per e-mail ingediend bij de behandelend ambtenaar. De schriftelijke zienswijze had appellant op 2 februari afgegeven bij het gemeentehuis. De raad stelde zich op het standpunt dat die datum buiten de termijn voor het naar voren brengen van een zienswijze valt. Bovendien was niet kenbaar gemaakt dat de mogelijkheid bestaat om via elektronische weg zienswijzen naar voren te brengen, zodat de door appellant verzonden e-mail niet kan worden aangemerkt als een tijdig ingekomen zienswijze (aldus de raad). De Afdeling overweegt in deze uitspraak echter dat appellant tijdig de schriftelijke zienswijze heeft ingediend en haalt hierbij artikel 1, eerste lid van de Algemene termijnenwet aan.

blogbericht uit 2011

Pro forma zienswijze binnen 2 weken aanvullen

Pro forma zienswijze binnen 2 weken aanvullenpro forma zienswijze

Praktijktip: Het komt in de praktijk regelmatig voor. Een kort briefje waarin enkele bezwaren worden genoemd, maar die niet nader zijn gemotiveerd. Of een zienswijze die net te laat blijkt te zijn of een zienswijze per email terwijl die weg formeel niet open stond.

Ik moet hierbij altijd denken aan de tip die ik ooit van een rechter meekreeg tijdens een cursus: “geef als gemeente burgers altijd de gelegenheid om zienswijzen te geven of aan te vullen. Wees hier ruimhartig in.  De rechter zal uiteindelijk wel uitmaken of de zienswijzen of de later aangevulde gronden nog binnen de termijn zijn ingediend. Ga als gemeente hier geen rechtertje spelen door te strikt te zijn. Dit werkt tijdens een zitting altijd tegen de gemeente”. 

Dit onderwerp kwam onlangs weer aan de orde in een uitspraak van  de Afdeling op 20 april 2011 (200905157/1/R1): “Indien een bestemmingsplan met de in afd. 3.4 Awb neergelegde uniforme openbare voorbereidingsprocedure is voorbereid, (..), brengt het zorgvuldigheidsbeginsel met zich, zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in haar uitspraak van 13 augustus 2008 in zaak nr. 200705158/1, dat de indiener van  binnen wettelijke termijn ingebrachte niet nader aangeduide bezwaren onverwijld in de gelegenheid wordt gesteld om deze binnen twee weken van gronden te voorzien”. 

Pro forma zienswijzen bestemmingsplan aanvullen

Pro forma zienswijzen bestemmingsplan aanvullenpro forma zienswijzen

Praktijktip: Het komt in de praktijk regelmatig voor. Een kort briefje waarin enkele bezwaren worden genoemd, maar die niet nader zijn gemotiveerd. Of een zienswijze die net te laat blijkt te zijn. Ik moet hierbij altijd denken aan de tip die ik ooit van een rechter meekreeg tijdens een cursus: “geef als gemeente burgers altijd de gelegenheid om zienswijzen te geven of aan te vullen. Wees hier ruimhartig mee. De rechter zal uiteindelijk wel uitmaken of de zienswijzen of de later aangevulde gronden nog binnen de termijn zijn ingediend. Ga als gemeente hier geen rechtertje spelen door te strikt te zijn. Dit werkt tijdens een zitting altijd tegen de gemeente”. 

Dit onderwerp kwam onlangs weer aan de orde in een uitspraak van  de Afdeling op 20 april 2011 (200905157/1/R1): “Indien een bestemmingsplan met de in afd. 3.4 Awb neergelegde uniforme openbare voorbereidingsprocedure is voorbereid, (..), brengt het zorgvuldigheidsbeginsel met zich, zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in haar uitspraak van 13 augustus 2008 in zaak nr. 200705158/1, dat de indiener van  binnen wettelijke termijn ingebrachte niet nader aangeduide bezwaren onverwijld in de gelegenheid wordt gesteld om deze binnen twee weken van gronden te voorzien”. 

20 april 2011

herkomst bedrijven regelen in bestemmingsplan?

Herkomst bedrijven regelen in bestemmingsplan?herkomst bedrijven

Het bestemmingsplan maakt voorzieningen, zoals horeca, een supermarkt, detailhandel, etc. mogelijk bij het voetbalstadion van Fortuna.

Planregels in bestemmingsplannen over de herkomst van bedrijven zijn alleen toegestaan, mits er een ruimtelijke relevante reden aan ten grondslag ligt. De Afdeling gebruikt hiervoor de volgende overweging: “De Wro biedt in beginsel geen grondslag voor een regeling in de planvoorschriften die slechts een specifieke groep van bedrijven toelaat die zich in niets anders onderscheidt van soortgelijke andere bedrijven dan in hun herkomstDe herkomst van bedrijven is immers in het algemeen bij het reguleren van gebruik van gronden voor bedrijfsdoeleinden in planologisch opzicht niet relevant. Een dergelijke bestemmingsregeling kan onder omstandigheden wel aanvaardbaar zijn indien zij betrekking heeft op bedrijven waarvan verplaatsing uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening gewenst is”. 

In een uitspraak van 27 april 2011 (200907712/1/R3) over het bestemmingsplan voor het Fortuna stadion heeft de Afdeling zich hier (herkomst bedrijven) over uitgelaten. Een voorbeeld van planregel die werd gebruikt in het bestemmingsplan:

De voor ‘Gemengd – Stedelijk dienstenterrein’ aangewezen gronden zijn bestemd voor detailhandel ten behoeve van de vestiging van één supermarkt met een minimale oppervlakte van 3.500 m2 winkelvloeroppervlak (…) met dien verstande dat minimaal 2.350 winkelvloeroppervlak moet bestaan uit de verplaatsing van (een) reeds elders in de gemeente gevestigde winkel(s) respectievelijk m2″.

Praktijktip: check de planregels in het bestemmingsplan op ruimtelijke relevantie. Ruimtelijk relevant zijn aspecten met betrekking tot verkeer, geluid, water, etc.