Bij spuitzones uitgaan van worstcase scenarios

Bij spuitzones uitgaan van worstcase scenariosbij spuitzones

Bij het bepalen van de afstand tussen agrarische percelen en gevoelige functies wordt meestal uitgegaan van een richtafstand van 50 meter. Dit is geen wetgeving maar is in feite gewoonterecht geworden. De Raad van State gaat er in de regel van uit. Of deze afstand acceptabel is hangt helemaal af van de soort teelt, de gebruikte gewasbeschermingsmiddelen, het gebruik van driftbeperkende maatregelen, de omgeving, de windrichting, enzovoorts. Dit is complexe materie. Van belang is om bij het bepalen van de afstand uit te gaan van worstcase scenario’s. Kijk bij agrarische percelen altijd naar wat het bestemmingsplan maximaal mogelijk maakt voor het perceel. Ga er niet zo maar vanuit dat er op het agrarische perceel dat momenteel weiland is er geen gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt. Onderzoek dat. Onderstaande uitspraak maakt dat weer duidelijk.

De Raad van State overweegt: “Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad beoordelen of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. Dit geldt niet alleen voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die het plan mogelijk maakt, maar voor het plan als geheel. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (…) wordt een planologische keuze die ziet op een afstand van 50 meter tussen gevoelige objecten en agrarische bedrijvigheid waarbij gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt in het algemeen niet onredelijk worden geacht. Dit neemt niet weg dat de raad een kortere afstand in een bepaalde situatie toereikend kan achten om een aanvaardbaar woon- en leefklimaat te garanderen. Een kleinere afstand kan aanvaardbaar zijn indien (bijvoorbeeld) driftreducerende maatregelen worden getroffen. 

De gronden van de maatschap die grenzen aan het plangebied kunnen op grond van de regels van het plan (…) gebruikt worden voor open teelt waarbij gebruik van bestrijdingsmiddelen mogelijk is. De raad heeft niet beoordeeld wat de gevolgen zullen zijn voor de gevoelige recreatie functies die het plan mogelijk maakt van een eventuele omschakeling door de maatschap naar open teelt waarbij bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Lees meer in r.o. 3.4 van uitspraak ABRS 17 november 2021, no. 202004660/1/R.

Neem voor spuitzonering in het omgevingsplan contact op, bel 010 – 307 2273 of vul onderstaand formulier in.

Let op! Wij maken sinds 1 januari 2021 geen onderbouwingen of spuitzoneringsonderzoeken meer op basis van de Wro of Wabo.

driftreductie gewasbeschermingsmiddelen open teelten 75% per 1 januari 2018

Driftreductie gewasbeschermingsmiddelen op open teelten naar tenminste 75% per 1-1-2018driftreductie gewasbeschermingsmiddelen

Per 1 januari 2018 wordt een belangrijke wijziging doorgevoerd voor open teelten. Per voornoemde datum dient bij alle open teelt een driftreductie van tenminste 75% te worden bereikt. Hoewel de meeste telers al serieus aan driftreductie doen en er allerlei programma’s voor bestaan is de wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer op 1 januari 2018 een feit.

Driftreductie gewasbeschermingsmiddelen over hele landbouwperceel in plaats van eerste 14 meter. In het thans geldende Activiteitenbesluit geldt dat voor de eerste 14 meter vanaf de insteek van de sloot verplichte driftreducerende methoden moeten worden gebruikt. Dit is vanaf 1 september voor het gehele landbouwperceel verplicht. De reden hiervoor is dat de reductie niet meer uitsluitend is gericht vanuit de bescherming van het water, maar ook voor de bescherming van omwonenden en passanten van het landbouwperceel.

In de praktijk gebeurde dit overigens al. Welke agrariër gaat met driftreducerende spuitdoppen rijden voor slechts de eerste 14 meter? Toch is dit winst. Het beginsel van geïntegreerde gewasbescherming wint steeds meer terrein en daar is uiteindelijk iedereen bij gebaat.

Omdat controle in de praktijk lastig is te realiseren, wordt voorgeschreven dat die reductie moet worden aangetoond door in representatieve gebruiksomstandigheden metingen uit te voeren volgens de aangewezen testmethoden. De bewijslast ligt bij de toepasser van het gewasbeschermingsmiddel.

Voornoemde ontwikkeling betekent dat hiermee rekening kan worden gehouden in het kader van onderzoeken naar spuitzones van boomgaarden en andere open teelten.

Meer weten over driftreductie en een goed woon- en leefklimaat? Over het bouwen van woningen nabij landbouwpercelen met open teelten? Lees meer over spuitzones.

Mr. Marian Harberink is gespecialiseerd in spuitzonering en een goed woon- en leefklimaat. Ze heeft vele onderbouwingen gemaakt voor gemeenten, projectontwikkelaars, telers en particulieren. Ook heeft ze meerdere artikelen geschreven over dit onderwerp in vaktijdschriften, zoals Milieu & Recht en de Boomkwekerij.

omgevingsjurist

Huisvesting arbeidsmigranten in spuitzone

Huisvesting arbeidsmigranten in spuitzone en aanvaardbaar woon- en leefklimaat

Regelmatig wordt er huisvesting van arbeidsmigranten mogelijk gemaakt in voormalige agrarische schuren. Deze schuren worden omgebouwd tot huisvesting voor arbeidsmigranten. De arbeidsmigranten werken vaak op het agrarische bedrijf zelf, bijv. in de aardbeienteelt. huisvesting arbeidsmigranten

De gemeente heeft in dit geval een omgevingsvergunning verleend voor de huisvesting in een voormalige agrarische schuur. De buurman is hier niet blij mee en betoogt in hoger beroep dat er geen goed woon- en leefklimaat is verzekerd bij de huisvesting arbeidsmigranten. Hij wijst erop dat de huisvesting in de spuitzone van het fruitteeltbedrijf van de vergunninghouder ligt. Daarnaast vindt hij dat er sprake is van rechtsongelijkheid. Zijn aanvraag voor een woonbestemming nabij een boomgaard is om diezelfde reden geweigerd.

In het bestemmingsplan zelf is het onder bepaalde voorwaarden mogelijk om huisvesting arbeidsmigranten toe te staan bij het agrarische bedrijf. Eén van de voorwaarden is dat er sprake dient te zijn van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

De Raad van State acht het van belang dat bij huisvesting op agrarische percelen, zoals bedrijfswoningen, veelal sprake is van een minder goed woon- en leefklimaat dan bij burgerwoningen vanwege de hinder van het eigen agrarische bedrijf. Indien een dergelijke bepaling in het bestemmingsplan zelf is opgenomen dan mag, aldus de Afdeling, worden aangenomen dat de gevolgen van de activiteiten op het agrarische perceel voor het woon- en leefklimaat van de aldaar gehuisveste arbeidsmigranten aanvaardbaar heeft geacht.”

Deze uitspraak maakt nog eens duidelijk dat indien een dergelijke bepaling is opgenomen in het bestemmingsplan, er van mag worden uitgegaan dat de afweging in het kader van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor de arbeidsmigranten reeds plaats heeft gevonden bij de besluitvorming van het bestemmingsplan. Dat hoeft niet opnieuw te gebeuren, tenzij een dergelijke bepaling is opgenomen in het bestemmingsplan.

Zie voor uitspraak ABRS 15 maart 2017, no. 201600683/1/A1

 informatie over spuitzones en boomgaarden

omgevingsjurist

 

Regel in bestemmingsplan over spuitapparatuur gewasbescherming niet toegestaan

Regel in bestemmingsplan over spuitapparatuur gewasbescherming niet toegestaan

Spuitapparatuur gewasbescherming – In een bestemmingsplan mogen alleen regels worden opgenomen die ruimtelijk relevant zijn. In een bestemmingsplan heeft de gemeente Houten de volgende planregel opgenomen:spuitzones

Ingevolge artikel 3.3.1 is het gebruik van gronden ten behoeve van fruitteelt uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding ‘fruitteelt’, met dien verstande dat chemische bestrijdingsmiddelen en gewasbeschermingsmiddelen alleen mogen worden verwerkt met apparatuur met een driftreductieklasse van 90% danwel maatregelen worden genomen die in dezelfde mate de drift tot buiten de aanduiding ‘fruitteelt’ beperken.”

Appellant betoogt dat deze planregel het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op zijn perceel ten onrechte beperkt. Hij voert onder meer aan dat de wijze waarop gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt niet in een bestemmingsplan kan worden geregeld, omdat dit reeds uitputtend is geregeld in de Verordening (EG) 1107/2009 (…).

De Afdeling overweegt: “(…) De Afdeling stelt vast dat de Machinerichtlijn van toepassing is op deze planregel. Met de Machinerichtlijn wordt een volledige harmonisatie op Unie-niveau tot stand gebracht en kunnen lidstaten geen afwijkende normen stellen, tenzij de richtlijn zelf in een afwijkingsmogelijkheid voorziet. In dit kader gewezen worden op afdeling 2.4 van bijlage 1 van de Machinerichtlijn. (…) Blijkens de tekst van het Warenwetbesluit en de bijbehorende transponeringstabel (Stb. 2011, 594, p. 34) zijn de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen voor de bescherming van het milieu zoals vervat in bijlage 1, afdeling 2.4, van de Machinerichtlijn in de Nederlandse rechtsorde geïmplementeerd via een dynamische verwijzing in het Warenwetbesluit machines. Gelet hierop bestaat naar het oordeel van de Afdeling geen ruimte om een dergelijke gezondheids- en veiligheidseis in een bestemmingsplan op te nemen. Het betoog van appellant slaagt.”

Voor meer informatie over planregels inzake spuitzones 

omgevingsjurist

Lees uitspraak ABRS 7 januari 2015, no. 201305911/1/R6

Opnemen teeltvrije zones boomteelt in bestemmingsplan niet nodig

Opnemen teeltvrije zones boomteelt in bestemmingsplan niet nodig

De gekozen titel van dit artikel is wat kort door de bocht. Het hangt er namelijk vanaf welk doel de gemeente wil bereiken met een dergelijke zone. De teeltvrije zones die gehanteerd worden in het Activiteitenbesluit milieubeheer zijn opgenomen vanwege de bescherming van het watermilieu. Om die reden is het niet nodig om deze zones ook nog eens op te nemen in een bestemmingsplan. In een uitspraak van de Afdeling van 24 september 2014, no. 201210299/1/R3 in r.o. 18.4.2 wordt dit standpunt ook weergegeven.teeltvrije zones

Worden er door de gemeente ook andere doelen nagestreefd dan bescherming van het watermilieu, bijv. gezondheidsbelangen van omwonenden, dan is het aan te bevelen om wel teeltvrije zones op te nemen in het bestemmingsplan. De relatie gezondheid en het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen zijn namelijk ruimtelijk relevante belangen die kunnen worden meegenomen bij de afweging bij de vaststelling van een bestemmingsplan.

Bel voor meer informatie:

Fietspad is geen gevoelige functie spuitzone bestemmingsplan

Fietspad geen gevoelige functie spuitzone bestemmingsplan

Het bestemmingsplan in kwestie maakt de aanleg van een fietspad mogelijk. Volgens een fruitteler dient tenminste een afstand van 50 meter in acht te worden genomen tot zijn agrarische percelen in verband met mogelijke risico’s voor de gezondheid van fietsers bij bespuitingen in verband met spuitzone bestemmingsplan.

De Afdeling overweegt: “Gelet op de aard van het gebruik van het fietspad en de korte verblijfsduur ter plaatse, heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat een fietspad niet moet worden beschouwd als een functie die gevoelig is voor de gevolgen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. De raad heeft derhalve niet aannemelijk hoeven achten dat ten gevolge van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen de gezondheid van langsrijdende fietsers ernstig wordt aangetast en dat in verband hiermee de bedrijfsvoering van appellant kan worden belemmerd. In aansluiting hierop heeft de raad in redelijkheid het standpunt kunnen innemen dat in het kader van een goede ruimtelijke ordening het niet noodzakelijk is om een afstand van ten minste 50 meter te bewaren tussen de landbouwpercelen en de fietsroute.”

Zie uitspraak ABRS 3 september 2014, no. 201310924/1/R3

Gemeenten zijn onnodig voorzichtig bij verkorten afstanden spuitzone fruitteelt in bestemmingsplan

Gemeenten zijn onnodig voorzichtig bij verkorten afstand bij spuitzone fruitteelt en woningen

Spuitzone fruitteelt – In de praktijk maak ik regelmatig mee dat ambtenaren bij gemeenten vaak onnodig voorzichtig zijn bij de beoordeling van dossiers waar bepaald dient te worden welke afstand voldoende is tussen een agrarisch perceel met open teelten zoals een boomgaard en woningen. Deze voorzichtigheid komt naar mijn mening voort uit onwetendheid en de angst om keuzes te maken. Ik ben het met ze eens dat voorzichtigheid geboden is. Te voorzichtig is echter niet nodig.

Welke afstand voldoende is hangt heel erg af van het soort teelt en de hierbij vaak gebruikte gewasbeschermingsmiddelen. Er zijn nog tal van andere factoren die een rol spelen, zoals windrichting en driftbeperkende maatregelen. Het is altijd belangrijk om met onderzoek aan te tonen dat een afstand verkort kan worden (of niet).

In een uitspraak van 18 december 2013, no. 201211993/1/R2 eist de gemeente zelfs een afstand van 65 meter en geeft de gemeente aan dat het niet kan worden uitgesloten dat de haag in de toekomst zal worden gerooid of geheel zal verdwijnen. Naar mijn mening gaat de gemeente hier echt te ver. In het bestemmingsplan kunnen ‘zekerheden’ worden geborgd: 100% zekerheid krijg je hiermee echter niet.

Wro en Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden hebben elk hun eigen werkingssfeer

Wro en Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden hebben elk hun eigen werkingssfeer 

In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient er te worden afgewogen of er tussen een gevoelige functie, zoals een woning, en een fruitboomgaard voldoende afstand bestaat. Met name drift (het verwaaien van spuitvloeistof) kan onder bepaalde omstandigheden nadelig zijn voor de gezondheid van mensen. In de praktijk wordt meestal uitgegaan van een afstand van 50 meter tussen een gevoelige functie en de rand van een boomgaard. Van deze afstand kan onder bepaalde omstandigheden worden afgeweken. Dit dient echter wel onderbouwd te worden. Dit gaat in de praktijk vaak mis.

In dit geval – uitspraak ABRS 19 september 2013, no. 201209567/1/R1 – gaf de gemeente aan dat een afstand van 12 meter voldoende was. In het kader van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden dient de fruitteler volgens de gemeente driftbeperkende maatregelen te treffen en wordt het gezondheidsbelang van de bezoekers van de horecagelegenheid hiermee voldoende in acht genomen.

Zoals de Afdeling ook aangeeft hebben de Wet ruimtelijke ordening en de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden elk hun eigen werkingssfeer en hun eigen belangen. Geef als gemeente daarom altijd in een onderbouwing weer waarom er ter plaatse sprake is van een goede ruimtelijke ordening.

omgevingsjurist

 

Spuitzone kwekerij – Afwijken 50 meter spuitzone kwekerij is soms mogelijk

Spuitzone kwekerij – of een kortere afstand dan 50 meter (standaardjurisprudentie van Afdeling) kan worden aangehouden hangt van allerlei factoren af. Een belangrijke factor is de toxiciteit van de gebruikte gewasbeschermingsmiddelen. Soms is een afstand van meer dan 50 meter noodzakelijk.spuitzone kwekerij

De ’50-meter norm’ die in de praktijk is ontstaan en die ook door de Afdeling als ‘niet onredelijk’ wordt omschreven is naar mijn mening natte-vingerwerk. Geen situatie is namelijk hetzelfde. In sommige situaties zijn ook kortere afstanden mogelijk. Belangrijk is dat de gezondheid van omwonenden niet in gevaar komt als gevolg van drift en tevens dat de agrariër niet in zijn bedrijfsvoering wordt gehinderd. Dit wordt heel vaak vergeten in de praktijk.

In een uitspraak van de Afdeling van 5 december 2012, no. 201107432/3/R3 komt een kortere afstand aan de orde. De factoren die hierbij een rol speelden:

  • een klein gedeelte van de spuitzone lag over het plangebied van het bestemmingsplan;
  • de kwekerijactiviteiten zullen naar verwachting op niet al te lange termijn beëindig worden.

Denkt u zelf dat een kortere afstand mogelijk is, maar u weet niet zeker hoe? Bel een specialist met praktijkervaring.

Lees meer over het verkorten van afstanden bij spuitzones

 

omgevingsjurist

 

Spuitzones boomkwekerij en verplicht stellen wandelkappen in bestemmingsplan

Spuitzones boomkwekerij en verplicht stellen wandelkappen in bestemmingsplan

Het bestemmingsplan voor het buitengebied in kwestie maakt een uitbreiding mogelijk van het bouwvlak voor een bestaande boomkwekerij. De buurman die woont in de nabij gelegen burgerwoning, kan zich hierin niet vinden en stelt beroep in. Hij stelt dat er door de uitbreiding sprake zal zijn van extra verwaaiing van spuitvloeistof van de door de teler gebruikte gewasbeschermingsmiddelen.spuitzones boomkwekerij

De gemeente stelt zich op het standpunt dat er geen sprake is van verwaaiing van gewasbeschermingsmiddelen (drift) naar de woning, omdat de teler gesloten wandelkappen gebruikt.  Dit zijn plastic tunnels voor de tijdelijke bescherming van buitenteelt. Deze wandelkappen staan op containervelden, op een stenen ondergrond.  Het frame is permanent aanwezig. Van november tot uiterlijk half april wordt het frame gedicht door middel van het overspannen van het dak met plastic en het neerlaten van de zijwanden. Uit het deskundigenbericht dat door appellant in beroep is ingebracht, blijkt echter dat de wandelkappen minimaal de helft van het jaar open staan, zodat zeker is dat in die periode verwaaiing van drift van gewasbeschermingsmiddelen zal optreden.

De Afdeling overweegt “dat het bestemmingsplan weliswaar de wandelkappen mogelijk maakt, maar dat niet is uitgesloten dat deze wandelkappen desondanks niet worden gebruikt.” 

Dit laatste is natuurlijk altijd de vraag. In juridisch opzicht is het echter beter om dit gebruik verplicht te stellen en op te nemen als voorwaardelijke verplichting in het bestemmingsplan.

Omdat de gemeente in het geheel geen onderzoek heeft gedaan naar het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op het naastgelegen perceel naast de woning, gaat het besluit ‘onderuit’. Zie uitspraak ABRS 26 september 2012, no. 201011920/1/T1/R3.

Praktijktip: voer altijd – ook al lijkt het niet nodig – onderzoek uit naar het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen bij open teelten nabij beoogde woningen of uitbreiding van een kwekerij. Deze motivering is zeer belangrijk.

Bel voor meer info en een oplossing. Klik voor meer informatie over spuitzones

omgevingsjurist