Bedrijfswoning op bedrijventerrein
Bestaande bedrijfswoningen op een bedrijventerrein en actualisatie bestemmingsplan versus de provinciale verordening ruimte
In de meeste provinciale verordeningen Ruime worden geen nieuwe bedrijfswoningen meer toestaan op bedrijventerreinen. Bij de actualisatie van een dergelijk bestemmingsplan worden meestal de bestaande bedrijfswoningen aangeduid op de verbeelding (plankaart).
In de casus die speelt in een uitspraak van de Afdeling van 27 maart 2013, no. 201109106/1/T1/R3 heeft de gemeente wel de mogelijkheid opgenomen om nieuwe bedrijfswoningen te realiseren. De raad heeft naar voren gebracht dat in afwijking van het provinciaal beleid op de betreffende percelen van het bedrijventerrein per bedrijf één bedrijfswoning is toegestaan. De gemeente geeft aan zich bewust te zijn van de nadelen van bedrijfswoningen op een bedrijventerrein, maar ziet geen mogelijkheid om de bestaande rechten van de eigenaren van de bedrijfspercelen aan te tasten. Volgens de gemeente waren in het vorige bestemmingsplan bedrijfswoningen toegestaan. Het aantasten van bestaande rechten leidt mogelijk tot (ongewenste) planschadeclaims. Verder vindt de gemeente dat het nieuwe plan een actualiseringsdoelstelling heeft, waarbij de geldende bestemmingsplannen als uitgangspunt dienen.
De Afdeling is het hier niet mee eens: “Met de stellingen dat in het vorige bestemmingsplan was voorzien in bouwmogelijkheden voor nieuwe bedrijfswoningen en dat mogelijk planschade kan optreden indien die bouwmogelijkheden in dit plan niet meer worden opgenomen, heeft de raad niet verantwoord dat het toestaan van nieuwe bedrijfswoningen op de betreffende gronden niet leidt tot oneigenlijk ruimtegebruik van het bedrijventerrein. De Afdeling ziet daarom aanleiding voor het oordeel dat de raad niet heeft voldaan aan de verantwoordingsplicht, die is neergelegd in (…) de Verordening ruimte”.
Les uit deze uitspraak: motiveer in de toelichting goed waarom de bestaande bedrijfswoningen en bouwmogelijkheden voor bedrijfswoningen wederom worden opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan. Weliswaar een ‘open deur’, maar uit deze uitspraak blijkt dat de motiveringsplicht zwaar weegt en dat het niet voldoende is om aan te geven dat de bestaande rechten van eigenaren bij niet opname van de bedrijfswoningen in het nieuwe bestemmingsplan worden aangetast.