ingebruikname gronden in planregel definiëren

Ingebruikname gronden in planregel bestemmingsplan definiëreningebruikname gronden

Uit deze uitspraak van de Afdeling van 1 maart 2019 blijkt weer eens hoe belangrijk het is om gebruikte woorden in planregels van een bestemmingsplan goed te definiëren. Als gevolg van beroepsdeformatie gebruiken we vaak woorden die voor ons en collega’s vaak duidelijk zijn. Dat wil echter niet zeggen dat dit voor de buitenwereld ook zo is.

De raad van de gemeente Loon op Zand heeft een nieuw bestemmingsplan vastgesteld voor de beoogde uitbreiding van de Efteling. Het plangebied bestaat uit een attractiepark van de Efteling, verblijfsaccomodaties, een golfterrein, bos- en natuurgebied en agrarische percelen. Het bestemmingsplan maakt de uitbreiding mogelijk van onder meer het attractiepark.

Appellanten vrezen onder meer een verslechtering van hun woon- en leefklimaat en een toename van de verkeersoverlast. In het bestemmingsplan is een voorwaardelijke verplichting opgenomen in de planregels over ingebruikname gronden:

De ingebruikname van de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – voorwaardelijke verplichting zuidelijke ontsluiting en voldoende parkeervoorzieningen’ is uitsluitend toegestaan indien een geluidsonderzoek (…)”

Op de zitting is uitgelegd dat met de woorden ‘ingebruikname van de gronden’ is bedoeld het moment van ingebruikname – opstelling voor bezoekers – van de op de betreffende gronden te realiseren nieuwe attracties.

De voorzieningenrechter wijst erop “dat het woord ingebruikname van gronden in de planregels niet is gedefinieerd. Daarvan kan ook reeds sprake zijn op het moment, waarop een aanvang wordt gemaakt met de uitvoering van werken en werkzaamheden ter realisering van de aan de gronden toegekende bestemming. Voorts is artikel (…) opgenomen onder het kopje ‘specifieke gebruiksregels’ en is het woord bouwen daarin niet opgenomen. Aldus is onduidelijk hoe daaruit kan voortvloeien dat ook in het kader van de indiening van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen moet worden aangetoond dat op de betrokken beoordelingspunten aan de ter zake aangegeven geluidgrenswaarden, in combinatie met ter zake eventueel noodzakelijk te treffen maatregelen, wordt voldaan. (…).

Lees verder in r.o. 9 en 10 van deze uitspraak.

gebruiksregel bestemmingsplan niet in definitie opnemen

Gebruiksregel bestemmingsplan niet in definitie opnemengebruiksregel bestemmingsplan

Een gemeente heeft in een bestemmingsplan een definitie opgenomen van ‘bedrijfswoning’ (artikel 1.16):

een woning die een functionele binding heeft met een op hetzelfde perceel gelegen bedrijf, instelling of inrichting, ten behoeve van beheer van en/of toezicht van het bedrijf, de instelling of de inrichting. Naast een bedrijfswoning is een bestaand bedrijf toegelaten tot maximaal milieucategorie 3.1, of hiermee vergelijkbaar, als aangegeven in de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten.”

De Afdeling zegt er het volgende over: “(…) Uit de SVBP 2012 volgt dat in hoofdstuk 1 van de planregels de begrippen worden verklaard die in de planregels voorkomen en een nadere beschrijving behoeven. In hoofdstuk 2 worden de bestemmingsregels opgenomen, waaronder specifieke gebruiksregels. De Afdeling stelt vast dat met de eerste zin van artikel 1.16 van de planregels (…) een omschrijving is gegeven van het begrip bedrijfswoning. De laatste zin van deze bepaling (…) betreft echter een gebruiksregel, die op grond van de SVBP2012 in de bestemmingsregels had moeten worden opgenomen. Derhalve heeft de raad in strijd met artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a van de Regeling, in samenhang gelezen met artikel 1.2.6 van het Bro, zoals uitgewerkt in de SVBP 2012, een gebruiksregel opgenomen in de bedoelde begripsomschrijving. Het betoog slaagt.” Lees meer in uitspraak ABRS 19 september 2018, no. 201709944/1/R1, r.o. 3.3.

 

Frequentie evenement vastleggen in bestemmingsplan

Frequentie evenement vastleggen in bestemmingsplanfrequentie evenement

Kern: Volgens appellant zijn de planregels te ruim geformuleerd. Onduidelijk is gedurende welke termijn en met welke frequentie het plangebied als evenemententerrein mag worden gebruikt. De raad heeft zich op het standpunt gesteld dat voor het organiseren van evenementen een vergunning moet worden aangevraagd. In het kader van die vergunning wordt bepaald wanneer en voor welke periode een evenement mag plaatsvinden.

Overweging Afdeling: (ABRS 13 juli 2011, LJN: BR1412). In de planregel is niet vastgelegd hoe vaak de gronden van het plangebied als evenemententerrein mogen worden gebruikt. Tevens is onduidelijk, indien een evenement wordt georganiseerd, gedurende welke termijn dit mag gebeuren. Gelet hierop is de Afdeling van oordeel dat de planregel onvoldoende duidelijk is en dat de begrippen tijdelijk en periodiek uit oogpunt van rechtszekerheid nader dienen te worden geconcretiseerd. De omstandigheid dat voor het organiseren van een evenement een vergunning is vereist, waarin de duur van het evenement kan worden vastgelegd, leidt niet tot een ander oordeel, reeds omdat niet duidelijk is op basis van welke criteria wordt beslist op een verzoek om een dergelijke vergunning.

Praktijktip: Om bijv. buurtfeesten, braderieën, etc. toe te staan, kan binnen de bestemming ‘Groen’ of ‘Verkeer’ een tijdelijk evenement worden toegestaan. Definieer ’tijdelijk evenement’ duidelijk in de planregels en beperk voor de zekerheid in de gebruiksregels het aantal toegestane evenementen.

Jaar publicatie: 2011 (frequentie evenement)