Gemeente moet concrete bouwaanvraag behandelen

Gemeente moet concrete bouwaanvraag behandelen

De gemeente heeft een nieuw bestemmingsplan voor het buitengebied ter inzage gelegd. Appellant heeft gedurende de ontwerpfase van het concrete bouwaanvraagbestemmingsplan een verzoek ingediend (voor een bouwaanvraag) voor een woonbestemming met de mogelijkheid ter plaatse 3 woningen te bouwen. Volgens appellant heeft de gemeente onzorgvuldig gehandeld door bij de voorbereiding van het plan geen rekening te houden met zijn verzoek om planologische medewerking voor woningbouw. Volgens hem was de raad bekend met zijn bouwplan, zodat de raad het verzoek had kunnen betrekken bij de voorbereiding van het plan.

De Afdeling overweegt als volgt: “In het stelsel van de Wro is een bestemmingsplan het ruimtelijk instrument waarin de wenselijke toekomstige ontwikkeling van een gebied wordt neergelegd. De raad dient bij de vaststelling van een bestemmingsplan rekening te houden met een particulier initiatief betreffende ruimtelijke ontwikkelingen, voor zover dat initiatief voldoende concreet is, tijdig kenbaar is gemaakt en ten tijde van de vaststelling van het plan op basis van de op dat moment bekende gegevens de ruimtelijke aanvaardbaarheid ervan kan worden beoordeeld. (…)

Het staat vast dat appellant zijn aanvraag om omgevingsvergunning heeft ingediend bij het college van b&w. Een aantal dagen later is het ontwerpplan ter inzage gelegd. De raad heeft ter zitting bevestigd dat hij tijdig op de hoogte is geweest van de wensen van appellant om op hun gronden woningen op te richten. Ook waren de bouwplannen volgens de raad voldoende concreet.(…). Zie verder r.o. 3.1 van uitspraak ABRS 9 maart 2016, no. 201504187/1/R1.

Gemeente moet concrete bouwaanvraag beoordelen bij bestemmingsplan

Gemeente moet concrete bouwaanvraag beoordelen bij nieuw bestemmingsplan

Concrete bouwaanvraag – Het is altijd verstandig om tijdens de (voor)ontwerpfase van een bestemmingsplan een concrete bouwaanvraag of aanvraag om functiewijziging in te dienen. De gemeente is namelijk verplicht om een concrete aanvraag die voldoende informatie bevat te beoordelen. Vaak wimpelen gemeenten dergelijke aanvragen af omdat ze vaak meer tijd in beslag nemen en het planproces kunnen vertragen.

De Raad van State neemt er echter geen genoegen mee. In een uitspraak van de Afdeling van 15 augustus 2015, wordt deze lijn wederom bevestigd:

In het stelsel van de Wro is een bestemmingsplan het ruimtelijk instrument waarin de wenselijke toekomstige ontwikkeling van een gebied wordt neergelegd. De raad dient bij de vaststelling van een bestemmingsplan rekening te houden met een particulier initiatief betreffende ruimtelijke ontwikkelingen, voor zover dat initiatief voldoende concreet is, tijdig kenbaar is gemaakt en ten tijde van de vaststelling van het plan op basis van de op dat moment bekende gegevens de ruimtelijke aanvaardbaarheid kan worden beoordeeld. (…). De raad heeft door het voornemen niet in het plan op te nemen, het verzoek daartoe impliciet en zonder motivering afgewezen. De raad voert terecht aan dat in de Uitvoeringsnota Horeca 2014 geen toezegging staat voor horeca op de locatie, maar uit de Uitvoeringsnota 2014 blijkt wel dat horeca op deze locatie niet op voorhand is uitgesloten. Nu het voornemen reeds bekend en concreet was ten tijde van de besluitvorming over het bestemmingsplan, zie de Afdeling niet in dat met dit plan en de gevolgen daarvan op het woon- en leefklimaat van omwonenden bij de vaststelling van het plan geen rekening kon worden gehouden. Het betoog van de raad dat de functiewijziging ingrijpend is voor omwonenden en dat die benadeeld worden omdat zij geen inspraakmogelijkheid hebben gehad, treft geen doel omdat omwonenden de mogelijkheid zouden hebben gehad om een zienswijze over het desbetreffende plandeel in te dienen dat wel beroep tegen het besluit in te stellen (…).”

 

Dien tijdig een concreet principeverzoek in bij gemeente

Dien tijdig een concreet principeverzoek gemeente in!

Nieuwe initiatieven die tijdens de voorbereiding van een actualisatie van een bestemmingsplan worden ingediend worden meestal terzijde gelegd door de gemeente. De gemeente neemt vaak de planologische situatie over van het ‘oude’ bestemmingsplan zonder nader onderzoek. Een actualisatie van een groot plangebied is een dure en grote klus voor een gemeente, dus vanuit het oogpunt van tijd en geld is dit begrijpelijk.

Voor een ondernemer of particulier kan het echter belangrijk zijn om een wens tot bedrijfsuitbreiding of wijziging in gebruik tijdig te melden bij de gemeente. Dat is vooral belangrijk als de gemeente bezig is met de voorbereiding van een nieuw bestemmingsplan. Voor nieuwe initiatieven worden meestal aparte planologische procedures doorlopen. De Raad van State kijkt al enige tijd kritisch naar deze praktijk. Concrete (bouw)initiatieven mag de gemeente tijdens de actualisatie van een bestemmingsplan niet zo maar opzij leggen.

Bij gemeente berust onderzoeksplicht

De standaardoverweging in uitspraken van de Raad van State is: “(…) De raad dient bij de vaststelling van een bestemmingsplan rekening te houden met een particulier initiatief betreffende ruimtelijke ontwikkelingen, voor zover dat initiatief voldoende concreet is, tijdig kenbaar is gemaakt en ten tijde van de vaststelling van het plan op basis van de op dat moment bekende gegevens de ruimtelijke aanvaardbaarheid kan worden beoordeeld.”

Dat de onderzoeksplicht voor de gemeente ver gaat blijkt uit een uitspraak van 12 november 2012, no. 201306356/1/R3. Bij de actualisatie van een bestemmingsplan ‘Buitengebied’ had de gemeente een verzoek van een agrariër niet ‘meegenomen’ tijdens de besluitvorming van het bestemmingsplan. De agrariër had slechts een bedrijfsplan uit 2009 ingediend met informatie over zijn bedrijf en een vergunning op grond van de Wet milieubeheer uit 2010. Volgens de Raad van State ‘heeft de raad noch in het verweerschrift, noch ter zitting concreet aangegeven welke gegevens (nog) noodzakelijk zijn om de ruimtelijke aanvaardbaarheid van de plannen van appellante te beoordelen (…).”

Het is dus voor de gemeente raadzaam initiatieven altijd in behandeling te nemen en indien nodig, om aanvullende gegeven te vragen. Doe initiatieven niet te snel af als onvoldoende concreet.

Wanneer is een initiatief voldoende concreet?

  • de besluitvorming over het concrete (bouw)initiatief hoeft niet te zijn afgerond;
  • het initiatief moet tijdig kenbaar zijn gemaakt en voldoende duidelijk zijn voor de toets naar de ruimtelijke aanvaardbaarheid;
  • het initiatief hoeft niet (altijd) vergezeld te gaan van een ruimtelijke onderbouwing of onderzoek. (Dit hangt uiteraard af van het soort project. Voor een project dat naar verwachting grote milieugevolgen zal hebben of impact op de omgeving, zal onderzoek nodig zijn);
  • uitgewerkte schetsen kunnen voldoende zijn.

Actuele jurisprudentie

Heeft u vragen over dit onderwerp?

Milieuvergunning meewegen in belangenafweging gemeente bij verzoek om uitbreiding agrarisch bouwvlak

Milieuvergunning – Gemeente moet verleende milieuvergunning meewegen in belangenafweging bij beslissing verzoek om uitbreiding van agrarisch bouwvlak

Bij de actualisatie van het bestemmingsplan voor het buitengebied heeft de gemeente het verzoek om uitbreiding van een agrarisch bouwvlak niet meegenomen. Appellant betoogt dat dit ten onrechte is. Hij wijst erop dat in het verleden een milieuvergunning is verleend voor het realiseren van een nieuwe stal legkippen. Hij stelt dat het toegekende bouwvlak in het nieuwe bestemmingsplan zijn bedrijf op slot zet, omdat daarbinnen niet voldoende ruimte is om een nieuwe stal te realiseren.

In 2007 heeft de gemeente een milieuvergunning verleend voor de uitbreiding van het aantal te houden stuks scharrellegkippen. In de bij de aanvraag behorende situatietekening is de nieuwe stal aan de westzijde van de bestaande bebouwing weergegeven.

De Afdeling overweegt: “Aan de omstandigheid dat ten behoeve van de gewenste uitbreiding van het aantal te houden scharrelkippen een milieuvergunning is verleend, kan niet de gerechtvaardigde verwachting worden ontleend dat het plan zou voorzien in een bouwmogelijkheid voor een nieuwe stal op de door appellant gewenste locatieDe milieuvergunning is wel een belang dat in de belangenafweging meegenomen dient te worden. De raad stelt zich in het kader van de gemaakte afweging op het standpunt dat de uitbreiding aan de overzijde van de weg vanuit landschappelijk oogpunt ongewenst is en ook niet noodzakelijk is, omdat aan de zijde van de weg waar de huidige bebouwing is gesitueerd nog voldoende ruimte voor een stal aanwezig is. In het deskundigenbericht staat dat vanwege de biologische bedrijfsvoering met bijbehorende welzijnsnormen een relatief groot vloeroppervlak en een vrije buitenuitloop per leghen is vereist. Uit het verhandelde ter zitting is duidelijk geworden dat de uitbreidingsruimte waar de raad op doelt in gebruik is voor de uitloop van de aanwezige kippen. Deze relevante omstandigheid heeft de raad niet in de belangenafweging betrokken. Hierdoor heeft de raad de bedrijfsbelangen van appellant niet op een zorgvuldige wijze afgewogen tegen de belangen die zijn gediend met de verwezenlijking van het desbetreffende plandeel.” 

Zie uitspraak ABRS 17 juli 2013, no. 201109366/1/R2

actualisatie bestemmingsplan actief informatie inwinnen over ingediende verzoeken

Actualisatie bestemmingsplan – Gemeente moet actief informatie inwinnen over ingediende verzoeken

Het lijkt inmiddels vaste jurisprudentie te worden. Ook bij actualisatie van bestemmingsplannen van veelal conserverende bestemmingsplannen dient de gemeente een actieve rol in te nemen met betrekking tot ingediende verzoeken om wijzigingen van het bestemmingsplan. Vaak schuift de gemeente een dergelijk verzoek door en geeft richting initiatiefnemer aan dat er een apart bestemmingsplan moet worden opgesteld voor het betreffende initiatief. De gemeente komt hier niet langer mee weg. Deze situatie komt ook in een uitspraak van de Afdeling van 17 juli 2013, no. 201109366/1/R2 aan de orde.

De gemeente heeft een nieuw bestemmingsplan opgesteld voor het buitengebied; een zogeheten ‘actualisatieplan’. De raad had het verzoek niet meegenomen in het plan omdat het werd aangemerkt als een nieuwe ontwikkeling.

De Afdeling overweegt: “Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is naar voren gekomen dat de beoordeling van het verzoek nog gaande is. Door de raad is ter zitting toegelicht dat recent bedrijfsgegevens zijn overgelegd welke ten tijde van het nemen van het bestreden besluit niet bekend waren. De Afdeling overweegt dat de raad bij het opstellen van het plan de relevante feiten dient vast te stellen en de nodige kennis dient te vergaren over de af te wegen belangen. Dit betekent dat de raad zich op de hoogte dient te stellen van de aard en omvang van bestaande gebruik en tevens of dit gebruik legaal of illegaal is, zodat een keuze gemaakt kan worden of een, en zo ja welke, regeling met betrekking tot het gebruik in het plan wordt opgenomen. Gelet op de zienswijze van appellant waarin is vermeld dat het agrarisch gebruik op het perceel al sinds 1994 een omvang heeft van 13 SBE en gelet op het actualiseringsproject, had het op de weg van de raad gelegen om de voor de beoordeling van het plan (…) benodigde informatie te verkrijgen. Dit is niet gebeurd. Het opnieuw doorschuiven van de beoordeling van de gewenste aanduiding acht de Afdeling niet aanvaardbaar. Gelet hierop is het plan in zoverre niet voldoende zorgvuldig voorbereid.”

 

concrete bouwaanvraag behandelen tijdens procedure bestemmingsplan

Concrete bouwaanvraag behandelen tijdens procedure bestemmingsplanconcrete bouwaanvraag

Gemeente moet concrete aanvraag die is ingediend tijdens procedure van nieuw bestemmingsplan inhoudelijk behandelen. Het komt vaak voor dat een gemeente concrete aanvragen om een omgevingsvergunning of een wijziging van het bestemmingsplan terzijde legt tijdens een bestemmingsplanprocedure voor een nieuw bestemmingsplan. De reden is vaak dat een dergelijke aanvraag tijd kost en de procedure van het bestemmingsplan kan ophouden. Vaak geeft de gemeente dan aan dat er voor uw plan een aparte procedure moet worden opgestart. M.a.w. uw plan wordt niet meegenomen in het nieuwe bestemmingsplan.

In een uitspraak van 12 september 2012, no. 201107435/1/R4 komt dit nog eens ter sprake. Een eigenaar van een bedrijf voor de reparatie en verkoop van vrachtwagens had een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend voor het exploiteren van een tankstation bij zijn bedrijf. De gemeente had de aanvraag geweigerd wegens strijd met het geldende bestemmingsplan. De gemeente had hierin niet onderzocht of het plan wellicht in het nieuwe bestemmingsplan kon worden toegelaten.

De Afdeling geeft aan dat “het op de weg van de raad had gelegen, nu er een concreet voornemen is, om te onderzoeken of het gewenste tankstation inpasbaar is in het nieuwe plan. De motivering dat een tankstation ook onder het vorige plan niet was toegelaten volstaat niet.”

Vragen?