geurhinder hout en VNG brochure

Geurhinder hout en VNG-brochuregeurhinder hout

Deze uitspraak is belangrijk omdat hierin wordt weergegeven dat de vergaarbak van ‘een goede ruimtelijke ordening’ altijd een rol speelt bij ruimtelijke besluiten en door gemeenten nog steeds wordt onderschat. Men houdt vaak vast aan beleid, wetgeving of VNG-brochure. Dit ligt ook voor de hand. Toch zijn er aspecten, zoals geur of geluid die niet door wetgeving of beleid worden ondervangen. Dan blijft de vraag over of het project al dan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.

Het bestemmingsplan dat aan de orde komt in een uitspraak van de Afdeling van 29 februari 2012, 201102748/1/R4, maakt met de bestemming ‘Agrarisch-Sierteelt’ een hoveniersbedrijf en sierteelt mogelijk. Bij deze functies is mede opslag toegestaan. Appellant betoogt geurhinder te vinden van de opslag van Bankirai hout. Hij vreest voor een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat vanwege geurhinder hout.

De raad stelt zich op het standpunt dat de opslag van materialen een lichte milieubelastende activiteit is, waarvoor volgens de VNG-brochure geen afstand hoeft te worden aangehouden. De opslag van materialen, waaronder hout, is toegestaan op vrij korte afstand van de woning van appellant.

De Afdeling redeneert als volgt: Het enkele feit dat de VNG-brochure geen afstand voor geur aanbeveelt voor een groothandel in hout, (..), betekent niet dat de raad kon afzien van het doen van onderzoek naar geurhinder om te beoordelen of of een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse van de woning van appellant kan worden gewaarborgd”.

Zie uitspraak ABRS 29 februari 2012, no. 201102748/1/R4

omgevingsjurist

Sportkantine en afstanden VNG-brochure

Sportkantine en richtafstanden VNG-brochuresportkantine

Het onderhavige bestemmingsplan maakt een sportcomplex mogelijk en aan de gronden is de bestemming ‘Sport’ toegekend. De raad heeft het gebied als ‘gemengd’ beschouwd in de zin van de VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’ 2009 en heeft gemotiveerd dat er kan worden uitgegaan van gecorrigeerde richtafstanden. Hierbij heeft de raad de kantine die bij het sportcomplex hoort, als een afzonderlijke element beschouwd. De gevel van de woning van appellant is op 10 m gelegen van het plandeel met de bestemming ‘Sport’. De Afdeling oordeelt “dat de raad zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de kantine als een te onderscheiden activiteit kan worden beschouwd, nu het sportcomplex mede een kantine omvat en de exploitatie daarmee verweven is. (..) Nu de raad onjuiste richtafstanden ten aanzien van de kantine als uitgangspunt heeft genomen en de kantine, gelet op het voorgaande, op korte afstand mogelijk wordt gemaakt van de gevel van de woning van appellant, overweegt de Afdeling dat ten aanzien van het plandeel met de bestemming ‘Sport’ waarbinnen het bouwvlak is opgenomen, in aanzienlijke mate is afgeweken van de in de brochure aanbevolen afstand zonder dat daarvoor een deugdelijke motivering is gegeven.”

Zie r.o. 2.6.4 e.v. in uitspraak ABRS 1 februari 2012, no. 201102678/1/R3.

Wilt u woningen realiseren bij bedrijven? Advies nodig? Meer weten?

VNG-brochure

omgevingsjurist

geluid schutterij en goede ruimtelijke ordening

Geluid schutterij en goede ruimtelijke ordeninggeluid schutterij

Casus In het kader van een actualisatie van een bestemmingsplan waren bestaande schutterij-activiteiten in het nieuwe bestemmingsplan ondergebracht in de bestemming ‘Maatschappelijk’ en de aanduiding ‘specifieke vorm van sport – schutterij’. In het oude bestemmingsplan gold voor de locatie de bestemming ‘Bijzondere doeleinden’. De raad heeft volgens appellanten geen rekening gehouden met de in de VNG-brochure opgenomen afstanden tussen de woningen en het perceel van de schutterij. Voorts wijzen zij op de ongelimiteerde gebruiksduur van de schutterij en de geluidsoverlast op hun woningen.

De raad had zich tijdens het beroep op het standpunt gesteld dat nu voor de schutterij op grond van het Activiteitenbesluit geen geluidsnormen gelden en het toestaan van de schutterij op dit plandeel niet kan worden aangemerkt als een nieuwe ontwikkeling, hij wat betreft geluidhinder geen afweging heeft behoeven te maken.

Afweging Afdeling [geluid schutterij] – Volgens de Afdeling heeft de raad echter over het hoofd gezien dat de bouw van schietbomen onder het oude bestemmingsplan niet was toegestaan. Het bestemmen van het plandeel voor schutterij en het toestaan van de bouw van twee schietbomen moet aldus als een nieuwe ontwikkeling worden aangemerkt. De schutterij-activiteiten waren echter wel toegestaan. De in de VNG-brochure genoemde afstanden zijn derhalve niet direct van toepassing, aangezien deze zijn bedoeld voor nieuwe situaties. Deze afstanden kunnen echter wel een indicatie vormen voor bestaande situaties met betrekking tot de aanvaardbaarheid van het plan vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening. Nog afgezien van het vorenstaande geeft de Afdeling aan “dat hoewel het geluid vanwege traditioneel schieten door een schutterij ingevolge het Activiteitenbesluit niet bij de bepaling van het geluidniveau wordt betrokken, diende de raad dit in het kader van de vereiste belangenafweging wel bij de vaststelling van het plan te betrekken. (..) Dit klemt des te meer nu in de VNG-brochure als afstand tussen schietbanen met schietbanen en een rustige woonwijk 500 m staat vermeld en het perceel van appellanten op een afstand van 1,5 m, respectievelijk 55 m van het perceel van de schutterij zijn gelegen. (..) De raad heeft niet inzichtelijk gemaakt in hoeverre, de in de VNG-brochure opgenomen afstand in aanmerking genomen, bij de woningen een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gewaarborgd.” 

Zie ABRS 28 december 2011, 201010979/1/R1

omgevingsjurist

Activiteitenbesluit en bestemmingsplan

Activiteitenbesluit en bestemmingsplanactiviteitenbesluit en bestemmingsplan

Casus: Een bedrijf is reeds 20 jaar gevestigd op 3 bedrijfslocaties binnen de gemeente. Hiervoor is in het verleden onder meer een milieuvergunning op grond van de Wet milieubeheer verleend. Vanaf 1 januari 2008 viel het bedrijf onder het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barro, thans: Activiteitenbesluit milieubeheer). Aan het bedrijf waren tevens maatwerkvoorschriften opgelegd. Op de gronden waar het bedrijf verspreid is gevestigd gelden verschillende planologische regimes. Omdat Gedeputeerde Staten destijds goedkeuring had onthouden aan een plandeel, liet dit plandeel geen bedrijfsactiviteiten toe in milieucategorie 3.2. Met andere woorden: een deel van het bedrijf was qua gebruik en bouwvoorschriften in strijd met het bestemmingsplan. De andere bedrijfslocaties waren op grond van het bestemmingsplan wel toegestaan.

Overweging Afdeling over aanvaardbaar woon- en leefklimaat: De Afdeling overweegt als volgt: “Hoewel op het plandeel waar bedrijfshal 3 thans staat in het hiervoor geldende plan wel een planologisch regime van toepassing was, moet gelet op de samenhang met bedrijfshallen 1 en 2 worden geconcludeerd dat (…) sprake is van een planologisch nieuwe situatie in de zin van de VNG-brochure. Weliswaar is in  het verleden een bouwvergunning verleend voor de bouw van de bedrijfshallen die het bedrijf huurt, ten aanzien van de bedrijfsactiviteiten van het bedrijf is een milieuvergunning verleend en de raad heeft ter zitting bevestigd dat maatwerkvoorschriften zijn opgelegd die gelijkluidend zijn aan de voorschriften uit de milieuvergunning, maar uit de stukken (…) volgt niet dat er ooit een ruimtelijke afweging heeft plaatsgevonden voor de vestiging van het bedrijf ter plaatse. Gelet op het voorgaande ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat onvoldoende duidelijk is of een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor appellanten en anderen is gewaarborgd.” 

Gepubliceerd op 6 december 2011

Zie ABRS 30 november 2011, 200906620/1/R1, r.o. 2.12.6.

Bel voor meer info over Activiteitenbesluit en bestemmingsplan:

omgevingsjurist

Afstand visverwerkingsbedrijf en woningen VNG-brochure

Afstand visverwerkingsbedrijf en woningen VNG-brochure vanwege geurafstand visverwerkingsbedrijf

Deze uitspraak van de Afdeling van 19 oktober 2011 (no. 201001729/1/R2) toont weer eens aan hoe belangrijk motivering en onderzoek is bij het afwijken van de aanbevolen afstanden uit de VNG-brochure. Ten eerste is van belang om het gebied te kwalificeren en te onderbouwen: stedelijk gebied of gemengd gebied. Ten tweede dient bij afwijking onderbouwd te worden waarop de afwijking is gebaseerd. Het lijkt een open deur, maar het gaat in de praktijk regelmatig mis.

De uitspraak gaat over een nieuw te bouwen visverwerkingsbedrijf nabij woningen. De aanbevolen richtafstand uit de VNG-brochure voor een visverwerkingsbedrijf bedraagt 200 m tussen de voorziene locatie en de woningen in een gemengd gebied. De werkelijke afstand tussen de voorziene locatie van het visverwerkingsbedrijf en de woningen van appellanten bedraagt echter 110 meter en respectievelijk 70 meter.

Volgens de VNG-brochure wordt de grootst mogelijke afstand aanbevolen vanwege het aspect geur. Volgens de gemeenteraad kan de geurhinder worden voorkomen dan wel binnen aanvaardbare grenzen worden gehouden door nieuwe installaties en voorzieningen aan te brengen in het visverwerkingsbedrijf. Verder kunnen volgens de raad op grond van het Activiteitenbesluit aanvullende maatwerkvoorschriften worden gesteld. De raad ten eerste niet onderzocht wat een aanvaardbaar niveau van geurhinder is. Ook blijkt achteraf dat de voorzieningen op grond van het Activiteitenbesluit en de Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer alleen van toepassing zijn op het afzuigen van dampen en gassen, terwijl een visverwerkingsbedrijf meer diffuse geurbronnen kent, zoals de ‘lijfgeur’ van het bedrijf. Met andere woorden: er is evenmin onderzocht welke soorten geur bij een visverwerkingsbedrijf vrijkomen en welke regelgeving daarop van toepassing om eventuele uitstoot te reguleren.

De Afdeling oordeelt dat het bestreden besluit – vaststelling van een bestemmingsplan – onvoldoende is gemotiveerd. (afstand visverwerkingsbedrijf)

Bedrijfswoning bedrijventerrein en milieuzonering

Bedrijfswoning bedrijventerrein en milieuzoneringbedrijfswoning bedrijventerrein

Voor bedrijfswoningen op bedrijventerreinen geldt in het algemeen dat zij minder beschermd worden tegen geluid, stof, etc. afkomstig van bedrijven die op het bedrijventerrein gevestigd zijn. Er geldt echter wel een minimaal beschermingsniveau. 

De Afdeling schenkt aandacht aan het minimale beschermingsniveau in r.o. 2.3.3 in een uitspraak van 24 augustus 2011 (nr. 201002550/1/R3): “Dat de betreffende bedrijfswoning op een bestaand bedrijventerrein staat, waarbij in zekere mate een minder goed woonklimaat moet worden aanvaard, neemt echter niet weg dat voor deze gevoelige functie een minimaal beschermingsniveau noodzakelijk is. Bij de zonering van het plan had de raad daarom rekening dienen te houden met deze bedrijfswoning. Uit het bestreden besluit noch uit de plantoelichting blijkt waarom een afstand van 20 m tussen de bedrijfswoning en het nieuwe bedrijventerrein aanvaardbaar is. Het gegeven dat de bedrijfswoning op een bestaand bedrijventerrein ligt, waar bedrijven zijn toegelaten met een hinderzone van 200 m, is geen rechtvaardiging voor een nieuw bedrijventerrein op een korte afstand van deze woning. De opmerking van de raad dat in een mogelijke vergunning krachtens de Wabo voorschriften kunnen worden opgenomen ter bescherming van de bewoners van de bedrijfswoning is in dit verband onvoldoende.”

Publicatiejaar: 2011.

Voor oplossingen over bedrijfswoningen op bedrijventerreinen en milieuzonering bel De Omgevingsjurist! Bel 06-55897008 of mail

Geur crematorium en VNG-brochure

Geur crematorium en VNG-brochuregeur crematorium

Het bestemmingsplan maakt de bouw van 330 woningen mogelijk en de bouw van een zorgcomplex. In de buurt van het plangebied ligt een bestaand crematorium. Appellant betoogt dat de nieuwbouw te dicht bij het crematorium wordt gesitueerd. De kortste afstand tussen het crematorium en het plandeel met de bestemming ‘Woongebied’ is ongeveer 80 meter.

Volgens de Afdeling wordt met deze afstand niet voldaan aan de aanbevolen richtafstand uit de VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’ (2009). De afwijking had de raad gemotiveerd door erop te wijzen dat geurreducerende filters zullen worden aangebracht. Deze motivering is naar het oordeel van de Afdeling op zichzelf onvoldoende draagkrachtig, aangezien onduidelijk is of en in hoeverre het aanbrengen van filters een extra maatregel betreft waarvan het geurreducerende effect niet reeds in de door de VNG-brochure aanbevolen afstand ten opzichte van crematoria is verdisconteerd. (ABRS 21 juli 2010, LJN: BN1893) (geur crematorium)

Noot MH: Belangrijk is om bij afwijkingen altijd te onderbouwen waarom dat in een bepaalde situatie wel kan. Hierbij geldt in het algemeen hoe groter de afwijking, hoe meer onderbouwd dient te worden. In dit geval had een geuronderzoek gedaan moeten worden.

maatregelen geluid schoolplein borgen in bestemmingsplan

Maatregelen geluid van schoolplein borgen in planregels bestemmingsplanmaatregelen geluid

Kern uitspraak: Grenzend aan het appartementengebouw ligt een school met een schoolplein. De geluidhinder die een basisschool veroorzaakt door het geluid van spelende kinderen op het schoolplein. De kortste afstand tussen de school en het voorziene complex bedraagt ongeveer 5 m. In de VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’ behoort een basisschool tot milieucategorie 2. In de brochure wordt een afstand van 30 m aanbevolen tussen een rustige woonwijk en een school voor basisonderwijs. Een verschil tussen de feitelijke afstand en de aanbevolen afstand dient deugdelijk te worden gemotiveerd.

De gemeente heeft een akoestisch onderzoek uit laten voeren om te bepalen of en hoe een vergelijkbare geluidkwaliteit bij de woningen behaald zou kunnen worden, als het geval is bij een afstand van 30 m. Volgens het onderzoek is een geluidbelasting van 45 dB op de gevels van de woningen toelaatbaar en kan worden uitgeweken naar ten hoogste 50 dB. De raad heeft de te treffen maatregelen geborgd in het bestemmingsplan en in de planregels opgenomen dat balkons en terrassen aan de westzijde, waar de afstand tot het schoolplein het kleinst is, dienen te zijn voorzien van maatregelen die bewerkstelligen dat de toegestane grenswaarden van 45 respectievelijk 47 dB niet worden overschreden. Volgens de Afdeling (ABRS 13 juli 2011, LJN: BR1479) (maatregelen geluid) is hiermee de afwijking van de aanbevolen afstand voldoende gemotiveerd.

Publicatie: 2011

 

Afwijken VNG-brochure geluid bij bestaande situatie kinderopvang

Afwijken VNG-brochure geluid bij bestaande situatie kinderopvangafwijken VNG-brochure

Er zijn uitspraken van de Afdeling bekend (o.a. ABRS 5 januari 2011, nr. 201002664/1/R3) die aangeven dat de VNG-brochure niet van toepassing is bij een bestaande situatie. De VNG-brochure is bedoeld voor nieuwe situaties. Voor bestaande situaties kunnen de richtafstanden van de VNG-brochure echter wel een indicatie zijn voor de aanvaardbaarheid van het plan vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening (zie ABRS 17 november 2010, nr. 200909373/1/R3). Dit laatste is in de praktijk lastig.

In deze casus (ABRS 9 februari 2011, 201005192/1/R3) bestond zowel de woning van appellant als de kinderopvang reeds lange tijd. De VNG-brochure is dan volgens de jurisprudentie van de Afdeling niet van toepassing. In het nieuwe bestemmingsplan heeft het plandeel van de kinderopvang echter wel meer bouwmogelijkheden, waardoor er gedeeltelijk sprake is van een ‘nieuwe situatie’. De bebouwing wordt mogelijk gemaakt op kortere afstand van de perceelsgrens met appellant. De maximale planologische mogelijkheden voor de kinderopvang zijn in het nieuwe bestemmingsplan groter geworden. In dergelijke gevallen is de VNG-brochure dan ook van toepassing.

Praktijktip: Omdat de lijn van de uitspraken van de Afdeling voor de praktijk niet altijd even helder is: Onderzoek ook indien er sprake is van een bestaande situatie, altijd of er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Met name bij kinderopvang kan dit punt doorslaggevend zijn bij het ‘overeind’ blijven van het bestemmingsplan. Hierbij is geluid meestal het te onderzoeken aspect. Onderschat dit niet!

Publicatie: 2011

Voor vragen over geluid en afwijken VNG-brochure: bel 010 – 2680689.