Dove gevel of niet?

Dove gevel of niet?dove gevel

In een uitspraak van 10 december 2021 van de Rechtbank Zeeland wordt helder uiteengezet wat ook al weer een dove gevel is. Het begrip komt vaak voor in akoestische onderzoeken. In de Wet geluidhinder is een definitie opgenomen van ‘gevel’: bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak. In artikel 1b, vierde lid van de Wgh worden uitzonderingen genoemd, die ook wel ‘dove gevel’ worden genoemd. Dat zijn onder meer een constructie waar geen te openen delen aanwezig zijn of alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn.

Zorgen bijvoorbeeld opzetramen voor een woning ervoor dat een gevel doof is? Volgens de rechtbank is dat niet het geval: “(…) los van de discussie over de voorzetramen staat vast dat ook de voordeur zich in de gevel bevindt. (..) De vraag of een te openen deel direct grenst aan een geluidsgevoelige ruimte is enkel relevant bij een dove gevel als bedoeld in artikel 1b, vierde lid, aanhef en onder b van de Wet geluidhinder. Daarin is bepaald dat een gevel doof is als er sprake is van bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn. Mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte. Blijkens de memorie van toelichting (…) valt daarbij te denken aan een nooduitgang. Een voordeur kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden aangemerkt als een ‘bij uitzondering te openen deel’.

Hoe zit dat onder de Omgevingswet? Onder de Omgevingswet wordt het begrip ‘geluidsgevoelige gevel’ gehanteerd. De dove gevel is dan een niet-geluidsgevoelige gevel. De regels zijn opgenomen in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Deze regels gaan over de emissie van geluid door activiteiten op voor geluid gevoelige gebouwen. Het geluidsniveau op geluidgevoelige gebouwen moet aanvaardbaar zijn. De gemeente moet rekening houden met het geluid door alle activiteiten samen. Behalve gewijzigde terminologie, wordt volgens Stb. 2018, 292 het bestaande stelsel voor geluid in beginsel gehandhaafd.

Dove gevel bestemmingsplan en overgangsrecht

Dove gevel bestemmingsplan en overgangsrecht

De gemeente heeft een uitwerkingsplan vastgesteld voor een voorzien woonzorggebouw. Daarnaast zijn hogere waarden vastgesteld als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder. Daarnaast is omgevingsvergunning verleend voor een multifunctionele accommodatie (MFA).

Appellanten voeren aan dat zij door het realiseren van de MFA in hun huidige en toekomstige bedrijfsvoering worden belemmerd. Het gaat hun vooral om de planregel in het bestemmingsplan dat de verplichting om te voorzien in dove gevels buiten toepassing kan blijven (planregel dove gevel bestemmingsplan). Volgens hen is hierdoor het behoud van voldoende geluidruimte voor hun bedrijven op de lange termijn onvoldoende gewaarborgd.

De planregel houdt kortweg in dat indien bijv. uit akoestisch onderzoek blijkt dat de gevelbelasting voldoet aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder geen dove gevel meer hoeven te worden gerealiseerd. De uitzondering geldt ook indien nieuwvestiging van bedrijven in categorieën hoger dan categorie 1 van de lijst van bedrijfstypen niet meer mogelijk is. dove gevel bestemmingsplan

Dove gevel bestemmingsplan en overgangsrecht  De Raad van State zegt hier het volgende over: “Naar het oordeel van de Afdeling heeft het college niet onderkend dat in de situatie dat een nieuw bestemmingsplan is vastgesteld voor de bedrijfspercelen (…) waarin uitsluitend bedrijven tot en met milieucategorie 1 zijn toegestaan, terwijl de bedrijven van appellant en anderen feitelijk nog wel aanwezig zijn, de bestaande bedrijfsactiviteiten van appellant en anderen onder de beschermende werking van het overgangsrecht komen te vallen, hetgeen betekent dat het bestaande gebruik mag worden voortgezet. Indien de gevels van de MFA niet meer als dove gevels hoeven te worden uitgevoerd omdat nieuwvestiging van bedrijven in categorieën hoger dan categorie 1 niet meer mogelijk is, dan vaststaat dat appellanten niet kunnen voldoen aan de geluidgrenswaarden uit het Activiteitenbesluit waardoor zij ernstig worden beperkt in de onder het overgangsrecht gebrachte bedrijfsvoering.

Ook is de Raad van State van mening dat de planregel waarin staat dat de verplichting om te voorzien in dove gevels buiten toepassing kan blijven indien uit akoestisch onderzoek blijkt dat de gevelbelasting voldoet aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder, onvoldoende rechtszekerheid biedt.

Lees meer in uitspraak ABRS 8 juni 2016, no. 201507539/1/R1.

 

dove gevels woningen borgen in planregels bestemmingsplan

Dove gevels woningen borgen in planregels bestemmingsplandove gevels woningen

Een zeer leerzame uitspraak inzake dove gevels woningen en de borging van ‘geluid’ in het bestemmingsplan.

Het bestemmingsplan in kwestie maakt de bouw van 360 woningen mogelijk. Het college van b&w heeft ten behoeve van deze geluidgevoelige bestemmingen hogere waarden vastgesteld vanwege industrielawaai en wegverkeerslawaai.

In de planregels van het bestemmingsplan is het volgende opgenomen:

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

d. het oprichten van woningen is slechts toegestaan indien de woningen voorzien zijn van een dove gevel, tenzij:

  1. de woningen voldoen aan de door het bevoegd gezag vastgestelde hogere grenswaarde en niet meer dan 55 dB(A) aan industrielawaai op de gevel van het hoofdgebouw hebben;
  2. of de woningen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde.
De Afdeling stelt “voorop dat, anders dan de raad betoogt, een aanvraag om een omgevingsvergunning getoetst wordt aan het bestemmingsplan en niet tevens aan het besluit hogere waarden. De Afdeling heeft dit eerder overwogen in de uitspraak van 11 augustus 2010, no. 200905674/1/R3.
Verder is gezien de samenhang tussen de planregels, onvoldoende gewaarborgd dat binnen de bestemmingen ‘Gemengd’, ‘Wonen-1’ en ‘Wonen-2’, ter plaatse van iedere woning aan de geldende geluidnormen kan worden voldaan. De Afdeling overweegt daartoe dat, hoewel het begrip ‘bouwen’ blijkens de doeleindenomschrijving meer omvat dan alleen oprichten en bijvoorbeeld ook ziet op het vernieuwen en veranderen, dit begrip alleen is opgenomen in de aanhef van de hierboven genoemde bepalingen en niet in het artikelonderdeel waarin de regel is neergelegd. Deze bepalingen zien daarmee (…) naar het oordeel van de Afdeling alleen op het oprichten van woningen. (…)De planregels staan er niet aan in de weg dat woningen binnen de plandelen met de bestemmingen ‘Gemengd’, ‘Wonen-1’ en ‘Wonen-2’ op een later tijdstip zodanig worden gewijzigd dat de dove gevel teniet wordt gedaan. Daarmee is niet afdoende gegarandeerd dat indien niet aan de voorkeursgrenswaarde dan wel de vastgestelde hogere waarde kan worden voldaan, de woning van een dove gevel blijft voorzien na de oprichting daarvan. Zie r.o. 2.11.3

Praktijktip: Deze uitspraak laat zien hoe belangrijk de gebruikte termen en definities in het bestemmingsplan zijn. De begrippen ‘bouwen’ en ‘oprichten’ worden in de praktijk veel gebruikt en lijken nauwelijks van elkaar te verschillen. Uit de overweging van de Afdeling blijkt dat kleine verschillen aanzienlijke gevolgen kunnen hebben. Gebruik daarom eenduidig ‘bouwen’.

Uitspraak: ABRS 23 mei 2012, no. 201109858/1/R1.

Meer weten over dove gevels en bestemmingsplan?

omgevingsjurist