Overlast kinderdagverblijf en Activiteitenbesluit

Overlast kinderdagverblijf en Activiteitenbesluit milieubeheeroverlast kinderdagverblijf

Kinderstemgeluid kan zorgen voor hinder bij omwonenden. Met name in een stedelijke omgeving kan dit soort geluid als een klankkast gaan werken. Een buurtbewoner ervaart geluidsoverlast van een kinderdagverblijf en dient een verzoek om handhaving in bij de gemeente. De gemeente geeft aan niet bevoegd te zijn om te gaan handhaven en treedt niet op. Het geluid komt van spelende kinderen op het schoolplein. Volgens de gemeente is het gebruik van het kinderdagverblijf passend in het geldende bestemmingsplan. De gemeente laat verder weten niet bevoegd te zijn om handhavend op te treden op grond van het Activiteitenbesluit. Volgens de gemeente blijft het geluid van spelende kinderen op grond van artikel 2.18 lid 1 Activiteitenbesluit buiten buiten beschouwing.

Volgens de gemeente kan het plein waar de kinderen spelen niet worden aangemerkt als een binnenterrein als bedoeld in artikel 2.18 van het Activiteitenbesluit. De Afdeling is het hier mee eens en overweegt: “(…) In de Nota van Toelichting bij het Activiteitenbesluit (…) wordt in geval van een binnenterrein gesproken over een buitenterrein dat omsloten is door bebouwing waar het omgevingsgeluid vanwege die beslotenheid doorgaans veel lager zal zijn en het stemgeluid dan eerder tot overlast zal leiden. In dit geval is het plein bij het kinderdagcentrum niet zodanig door bebouwing omgeven dat gesproken kan worden van een besloten ligging. De bebouwing bevindt zich uitsluitend aan de noordzijde (…) en aan de zuidzijde (…)…..” Lees meer in r.o. 4.3 van uitspraak ABRS 2 juni 2021, no. 202002239/1/R3.(overlast kinderdagverblijf).

In de praktijk komen er veel klachten binnen bij gemeenten over geluidsoverlast van kinderdagverblijven. Dit kan voorkomen worden door geen kinderdagverblijven met buitenruimte meer toe te staan in dichtbevolkte woonbuurten. Meestal wordt de buitenruimte aan de achterkant van het kinderdagverblijf gesitueerd waar ook de tuinen van buurtbewoners aangrenzen. Dit levert op lange termijn vooral frustratie op bij bewoners, maar ook bij de eigenaren/exploitanten van kinderdagverblijven. Ook in dit geval geldt: voorkomen is beter dan genezen!

Geluid kinderdagverblijf Maximum aantal kinderen kinderdagverblijf bij buitenspelen opnemen in bestemmingsplan

Geluid kinderdagverblijf: Maximum aantal kinderen dat tegelijkertijd buiten mag spelen opnemen in bestemmingsplan

De gemeente heeft via een projectbesluit een bouwvergunning eerste fase verleend voor het oprichten van een gebouw met de functies kinderopvang, kantoorruimte en verhuurbare ruimte. Het kinderdagverblijf en de buitenschoolse opvang voorzien in totaal 10 groepen van kinderen in de leeftijd van 0-13 jaar.

Waar het in deze zaak met name omgaat is of het nodig is om bepaalde begrenzingen inzake geluid van buitenspelende kinderen op te nemen in een ruimtelijk besluit, zoals een projectbesluit of planregels van een bestemmingsplan.

Het college van b&w heeft een akoestisch onderzoek laten uitvoeren naar mogelijke geluidsoverlast van buitenspelende kinderen voor de omliggende woningen. Het college betoogt dat er ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat is. Ze betogen dat het onderzoek is gebaseerd op de werkelijke toekomstige situatie en dat hieruit is gebleken dat de in het Barim opgenomen geluidsnormen ook zonder geluidwerende voorziening niet worden overschreden, wanneer ervan wordt uitgegaan dat maximaal 30 kinderen van het kinderdagverblijf en maximaal 10 kinderen van de buitenschoolse opvang gelijktijdig in de buitenspeeltuin zullen spelen. Volgens het college is in het in acht te nemen inrichtingsplan verzekerd dat het aantal kinderen dat gelijktijdig buiten speelt niet hoger zal zijn dan het door akoestische bureau in aanmerking genomen aantal.

De Afdeling overweegt:Nu echter aan het projectbesluit zelf geen voorwaarden zijn verbonden ten aanzien van het maximaal aantal kinderen dat tegelijk buiten speelt en het maximaal aantal uren per dag dat wordt buiten gespeeld, kan het college niet handhavend optreden indien niet wordt voldaan aan de in het akoestisch rapport in aanmerking genomen uitgangspunten. Gelet hierop is in het besluit onvoldoende gegarandeerd dat het maximaal aantal gelijktijdig buiten spelende kinderen nooit hoger zal zijn dan waarvan in het akoestisch rapport is uitgegaan en dat de geluidbelasting ten gevolge van de vestiging van de kinderopvang ter plaatse niet zodanig zal toenemen dat nog steeds sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor omwonenden.”

Juridische akoestische onderbouwing nodig voor het bestemmingsplan? Twijfels of de maatregelen afdoende zijn geborgd in het bestemmingsplan? Bel De Omgevingsjurist!

omgevingsjurist

Zie uitspraak ABRS 17 juli 2013, no. 201210607/1/A1.

geluidsoverlast kinderen en goede ruimtelijke ordening

Geluidsoverlast kinderen en goede ruimtelijke ordening

De gemeenteraad heeft bij de afweging of er al dan niet sprake is van ernstige geluidsoverlast vanwege spelende kinderen in kader van goede ruimtelijke ordening beoordelingsvrijheid

Spelende kinderen en een goede ruimtelijke ordening: het blijft de gemoederen bezig houden.

Het bestemmingsplan in kwestie maakt een speelplaats voor kinderen mogelijk. De speelplek is voorzien op een afstand van 50 meter van woningen. In het bestemmingsplan is de speelplek als zodanig aangeduid. In de planregels staat dat sport- en speelvoorzieningen uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding ‘speelvoorziening’.

De gemeente heeft een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de geluidseffecten van spelende kinderen op de omgeving. Appellant voert onder meer aan dat in het rapport ten onrechte geen rekening is gehouden met een straffactor van 5 dB(A) voor impulsgeluid veroorzaakt door het schoppen tegen een voetbal.

De Afdeling overweegt: Wat betreft het betoog van appellant dat ten onrechte niet een straffactor van 5 dB(A) is toegepast voor het geluid van het schoppen tegen een voetbal omdat dit een impulsgeluid betreft, wordt overwogen dat volgens de Handleiding impulsgeluid uit geluidstoten bestaat die minder dan één seconde  duren en met enige regelmaat voorkomen, zoals het geluid van een stansmachine. Het geluid van het schoppen tegen een voetbal kan daarmee niet worden vergeleken, zodat niet een straffactor van 5 dB(A) behoefde te worden toegepast. (…)

De raad behoefde daarbij geen aansluiting te zoeken bij de richtlijnen die in de Handreiking in het kader van de beoordeling van industrielawaai worden gehanteerd voor een rustige woonwijk, nu de raad ten aanzien van de vraag of de geluidoverlast als gevolg van menselijk stemgeluid ernstig is beoordelingsvrijheid toekomt. De raad heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de geluidoverlast als gevolg van spelende kinderen niet ernstig zal zijn. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat de afstand van 50 meter van de voorziene speelvoorziening tot de woningen overeenkomt met de richtafstand van 50 meter die in de VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’ wordt aanbevolen voor een veldsportcomplex met verlichting”. 

Zie uitspraak ABRS 20 maart 2013, no. 201109654/1/R1

omgevingsjurist

Geluidsoverlast spelende kinderen op speelpleinen

Geluidsoverlast spelende kinderen op schoolpleinen – 5 tips voor het bestemmingsplangeluidsoverlast spelende kinderen

Kinderen zijn meestal erg schattig. Ze geven vaak leuk en onbevangen hun mening. Daar kunnen we als volwassenen nog veel van leren. Conditionering en aangeleerd gedrag hebben er voor gezorgd dat we meestal personen en gebeurtenissen op voorhand al labelen en inkleuren. Jammer eigenlijk.

Kinderen kunnen ook irritatie oproepen. Met name het stemgeluid van kinderen op schoolpleinen kan erg overheersend zijn voor omwonenden. Verzoeken om handhaving bij de gemeente of het instellen van beroep tegen een bestemmingsplan dat kinderopvang of een school mogelijk maakt, komen veelvuldig voor. Het is dan ook belangrijk om bij het opstellen van een bestemmingsplan hiermee rekening te houden en hierop te anticiperen.

Geluidsoverlast spelende kinderen vanwege stemgeluid  

In het speelkwartier spelen in Nederland ongeveer 1,5 miljoen kinderen buiten op het schoolplein. Gillende kinderen kunnen tijdens de pauze lawaai veroorzaken van maar liefst 90 dB(A). Dat is vergelijkbaar met verkeer van een drukke snelweg of een passerende trein op 25 meter afstand! Het is dus niet zo vreemd dat mensen verhuizen of gaan klagen vanwege langdurig ondervonden geluidshinder van spelende kinderen op schoolpleinen. Dit probleem wordt vaak onderschat.

Wat is het toetsingskader van stemgeluid bij kinderen op schoolpleinen bij het opstellen van een bestemmingsplan?

  • Activiteitenbesluit (milieuspoor): is het schoolplein een binnen- of buitenterrein?
  • Een goede ruimtelijke ordening (ruimtelijk spoor)
  • VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering (ruimtelijk spoor).

5 tips voor het bestemmingsplan

  1. Geluidwerende voorzieningen opnemen in de planregels en de verbeelding van het bestemmingsplan;
  2. Afspraken over geluidwerende voorzieningen vastleggen en als voorwaarde opnemen in de omgevingsvergunning;
  3. In het akoestisch rapport uitgaan van een representatieve invulling van de maximale planologische mogelijkheden;
  4. Bepaal of het schoolplein als een binnen- of buitenterrein beschouwd moet worden;
  5. Afwegen van wijkbelangen versus belangen van bewoners.
Laat de geluidsparagraaf in het bestemmingsplan opstellen of checken door een specialist! Lees meer…
omgevingsjurist

Geluid kinderdagverblijf maatregelen opnemen in bestemmingsplan

Geluid kinderdagverblijf en maatregelen in bestemmingsplangeluid kinderdagverblijf

Hieronder een uitspraak over een bestemmingsplan waarin de gemeente de vereiste maatregelen uit het akoestisch onderzoek voldoend heeft verzekerd in het bestemmingsplan en door middel van concrete afspraken.

Het bestemmingsplan voorziet in het legaliseren van kinder- en buitenschoolseopvang in een woonwijk. Buurtbewoners stellen in beroep dat de VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’ een afstand van 30 meter aanbeveelt tussen kinderdagverblijven en woningen in een rustige woonwijk, maar dat een aantal woningen op een kortere afstand is gesitueerd, waardoor onaanvaardbare geluidhinder zal optreden. Volgens het akoestische onderzoek kan een onevenredige geluidhinder worden voorkomen door het plaatsen van geluidswallen. Volgens hen is dit laatste onvoldoende in het bestemmingsplan geborgd.

De gemeente heeft voor de bestemming ‘Maatschappelijk’  het volgende in de planregels opgenomen:

De voor ‘Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • kinder- en buitenschoolse opvang
  • ter plaatse van de aanduiding ‘geluidswal’, voor een geluidswerende voorziening in de vorm van een aardewal
  • ter plaatse van de aanduiding ‘geluidscherm’, voor een geluidswerende voorziening in de vorm van een geluidscherm
  • (…)
De Afdeling overweegt als volgt (geluid kinderdagverblijf en maatregelen): “Het plan bevat aldus een gedetailleerde invulling van het plangebied voor de situatie dat hier een kinderopvang wordt gerealiseerd. Voor deze situatie laat het plan praktisch gezien derhalve geen andere invulling toe dan met de genoemde aanduidingen mogelijk wordt gemaakt.
Verder heeft de raad ter zitting verklaard dat hij mondeling met belanghebbende afspraken heeft gemaakt over de aanleg van de geluidswal en een geluidscherm, over de hoogte en breedte ervan en over de verdere aankleding hiervan. Voorts heeft hij verklaard voornemens te zijn deze afspraken schriftelijk vast te leggen en toegezegd aan de voor de kinderopvang gevraagde omgevingsvergunning het voorschrift te zullen verbinden dat de geluidwerende voorzieningen dienen te worden aangelegd. (…) Gelet op de gedetailleerde planregeling en de genoemde maatregelen en afspraken heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de aanleg van de geluidwerende voorzieningen voldoende is verzekerd.”
Zie uitspraak ABRS 3 oktober 2012, 201113105/1/R3.
omgevingsjurist

Stemgeluid kinderen en overschrijding geluidnormen bestemmingsplan

Stemgeluid kinderen en overschrijding geluidnormen – maatregelen in bestemmingsplan

Uitbreidingen van schoolgebouwen in een bebouwde omgeving leveren steevast reacties op. Vaak wordt geageerd tegen mogelijke toename van stemgeluid van kinderen. Zo ook hier in de casus die zich afspeelt in uitspraak ABRS 22 augustus 2012, no. 201105998/1/R3.

Buurtbewoners stellen dat het plan tot een uitbreiding van de bestaande school zal leiden tot een onaanvaardbare toename van de geluidsoverlast vanwege stemgeluid. Volgens hen heeft de gemeente zich bij de vaststelling van het plan niet mogen baseren op het akoestisch onderzoek, nu in het onderzoek niet is uitgegaan van de maximaal toegestane 11 leslokalen. Voorts volgt uit het akoestische onderzoek dat de geluidnormen uit het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim) worden overschreden. Volgens de bewoners leidt deze onaanvaardbare toename van de geluidsoverlast tot strijd met een goede ruimtelijke ordening.

De Afdeling overweegt “dat bij de vaststelling van een bestemmingsplan mogelijke geluidhinder voor omwonenden, ook indien dit hinder betreft door menselijk stemgeluid, in het kader van een goede ruimtelijke ordening in de vereiste belangenafweging moet worden betrokken. (…). Ten aanzien van de in het onderzoek voorspelde overschrijdingen van de geluidnormen uit het Barim en het advies hiervoor maatregelen te treffen, blijkt uit het bestreden besluit niet op welke wijze de raad hiermee rekening heeft gehouden.

Voorts is door de raad ter zitting erkend dat het akoestisch rapport weliswaar is gebaseerd op het aantal leerlingen dat bij 11 lokalen kan worden gehuisvest, maar dat niet is uitgegaan van de in het plan voorziene bebouwing die is benodigd voor de 11 leslokalen. In het akoestisch rapport is uitgegaan van de situering van geluidsbronnen op plaatsen waar het plan voorziet in de uitbreiding van het schoolgebouw. Gelet hierop heeft de raad zich bij de beoordeling van de gevolgen van het plan voor de te verwachten geluidhinder niet kunnen baseren op het akoestisch rapport. De betogen slagen.”

Vragen?

omgevingsjurist

stemgeluid kinderdagverblijf en een goede ruimtelijke ordening

Stemgeluid kinderdagverblijfstemgeluid kinderdagverblijf

Neem stemgeluid van kinderen van een kinderdagverblijf mee in de afweging in het kader van een goede ruimtelijke ordening inzake de vaststelling van een bestemmingsplan

Uit diverse uitspraken blijkt dat dit vaak wordt vergeten. Deze casus die behandeld wordt in een uitspraak van 5 september 2012 (no. 201106299/1/R4) gaat om een wijzigingsplan dat de wijziging mogelijk maakt van ‘Wonen’ naar de bestemming ‘Maatschappelijke voorzieningen’. Het voormalige koetshuis wordt in gebruik genomen voor tussenschoolse en buitenschoolse opvang en voor aanvullende onderwijsactiviteiten in een woonwijk.

Buurtbewoners vrezen geluidsoverlast van stemgeluid van kinderen. Ze voeren aan dat in het akoestische onderzoek dat de gemeente heeft uitgevoerd ten onrechte niet het stemgeluid van kinderen op de omliggende woningen is betrokken. Waarschijnlijk heeft de gemeente zich laten leiden door artikel 2.18 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim). Daarin staat dat bij het bepalen van het geluidsniveau in de daar genoemde artikelen, het stemgeluid van kinderen op een onverwarmd of onoverdekt terrein dat onderdeel is van een inrichting van primair onderwijs of instelling voor kinderopvang, buiten beschouwing blijft. (Voor details verwijs ik naar artikel 2.18 Barim).

De Afdeling zegt het volgende: “Uit artikel 2.18, eerste lid, aanhef en onder h en i, van het Barim volgt weliswaar dat het stemgeluid van kinderen in de daar bedoelde situaties buiten beschouwing blijft bij het bepalen van de daar bedoelde geluidniveaus, maar dat dit niet weg neemt dat het dagelijks bestuur bij de vaststelling van een wijzigingsplan mogelijke geluidhinder voor omwonenden, ook indien dit hinder betreft door menselijk stemgeluid, in het kader van een goede ruimtelijke ordening in de vereiste belangenafweging dient te betrekken”. 

Voor meer informatie over stemgeluid en een goede ruimtelijke ordening:

omgevingsjurist