Ladder duurzame verstedelijking woningbehoefte motiveren in bestemmingsplan – artikel 3.1.6 Bro

Ladder duurzame verstedelijking grotere woningbehoefte motiveren in bestemmingsplan 

Op grond van artikel 3.1.6, tweede lid Bro moet de gemeente de actuele regionale behoefte aan woningen in de toelichting van het bestemmingsplan inzichtelijk maken (ladder duurzame verstedelijking). De raad heeft ter onderbouwing verwezen naar een uitgevoerd woningmarktonderzoek 2008-2018. Over de periode na 2012 wordt in de plantoelichting aangegeven dat een grotere woningbouwbehoefte wordt verwacht dan ten tijde van het woningmarktonderzoek werd voorzien. Deze verwachting heeft de raad echter niet onderbouwd met concrete gegevens. Het plan voldoet derhalve niet aan artikel 3.1.6, tweede lid Bro. De gemeente moet deze behoefte aantonen met onderzoek.

Zie uitspraak ABRS 4 september 2013, no. 201304485/1/R6.

omgevingsjurist

bodemsanering en bestemmingsplan

Bodemsanering en bestemmingsplan – Bestemmingsplan en vereiste van bodemsanering – let op financiële uitvoerbaarheid van bestemmingsplan

In een bestemmingsplan was de wijzigingsvoorwaarde opgenomen dat toepassing kon worden gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid als de bodem op dat moment geschikt is voor wonen. De gemeente had een verkennend bodemonderzoek opgesteld waaruit volgde dat de bodem ter plaatse ernstig is verontreinigd. Wel kan de bodem door sanering voor woningbouw geschikt worden gemaakt, aldus het rapport.

Volgens de Afdeling wordt niet voldaan aan de wijzigingsvoorwaarde: “Uit het rapport (…) volgt dat de bodem voor wonen geschikt kan worden gemaakt, maar niet dat de bodem reeds deze geschiktheid heeft. Ter zitting is voorts gebleken dat het college geen enkel inzicht heeft in de kosten van de sanering en niet weet of uitvoering van het wijzigingsplan na sanering nog rendabel is. Nu het college een onderzoek naar de financiële uitvoerbaarheid van het plan achterwege heeft gelaten, bestaat aanleiding voor het oordeel dat het besluit tot vaststelling van het wijzigingsplan is genomen in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te trachten zorgvuldigheid”.

Zie uitspraak ABRS 27 maart 2013, no. 201208704/1/R4