Huisvesting seizoenarbeiders via voorwaarden bestemmingsplan mogelijk maken
- huisvesting seizoenarbeiders
- planregel woon- en leefklimaat omwonenden rechtsonzeker?
De huisvesting van seizoenarbeiders blijft de gemoederen bezig houden. Met name in de agrarische sector zijn arbeidsmigranten – die vaak op tijdelijke basis werken – hard nodig om bijv. de aardbeien, asperges, etc. van het land te halen. Vrijwel elke gemeente kent de problematiek van het huisvesten van arbeidsmigranten in woonwijken. Vaak leidt dit tot extra parkeerdruk in de omgeving of tot andere klachten van omwonenden. Het lijkt dan ook beter om de arbeidsmigranten te huisvesten bij het agrarische bedrijf zelf. Daar heeft de navolgende uitspraak van de Afdeling betrekking op.
De raad van de gemeente Breda heeft een nieuw bestemmingsplan vastgesteld voor het oostelijke deel van het buitengebied. In het plan is een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid opgenomen voor de huisvesting van seizoenarbeiders in stacaravans en woonunits. Er is onder meer de voorwaarde opgenomen dat de huisvesting van seizoenarbeiders geen nadelige gevolgen mag hebben voor het woon- en leefklimaat in de omgeving. Verder is als voorwaarde opgenomen dat dit gebruik is toegestaan voor een maximaal aaneengesloten periode van 6 maanden voor maximaal 40 seizoenarbeiders. Ook dienen de woonunits en stacaravans te worden opgenomen in het bouwvlak van het agrarische bedrijf.
Er is tevens een wijzigingsbevoegdheid opgenomen in het bestemmingsplan voor de huisvesting van maximaal 120 seizoenarbeiders. Appellanten hebben bezwaar tegen de hiervoor genoemde mogelijkheden. Zij betogen dat de raad, om een goed woon- en leefklimaat voor omwonenden verzekeren, een minimale afstand had moeten opnemen die moet worden aangehouden tussen woonunits en nabijgelegen woningen. Zij vrezen geluidsoverlast. De voorwaarde dat moet worden aangetoond dat het woon- en leefklimaat niet mag worden aangetast vinden appellanten onduidelijk.
De Afdeling is van oordeel dat “uit de artikelen (…) van de planregels voldoende blijkt dat onder welke omstandigheden het college (…) een omgevingsvergunning voor het afwijken van het plan mag verlenen of een wijzigingsplan mag vaststellen voor de realisatie van woonunits binnen het bouwvlak van een agrarisch bedrijf voor ten hoogste 40 onderscheidenlijk 120 seizoenarbeiders die bij het desbetreffende bedrijf werkzaam zijn. (…) Dat in de planregels geen precieze afstand tot omliggende woningen is vermeld, doet daaraan niet af, en is geen reden om de genoemde bepalingen rechtsonzeker te noemen.”
Lees meer in uitspraak ABRS 10 april 2019, no. 201708192/1/R2
Wilt u de huisvesting van seizoenarbeiders mogelijk maken bij uw bedrijf?
Bel 010 – 2680689 voor meer informatie of voor advies.