Concreet bouwplan indienen tijdens actualisatie bestemmingsplan

Concreet bouwplan indienen tijdens actualisatie bestemmingsplanconcreet bouwplan

Veel gemeenten zijn druk bezig met het actualiseren van oude bestemmingsplannen. Dit moet vóór 1 juli 2013 gebeuren. Lukt dit niet voor deze datum, dan kan de gemeente geen bouwleges meer heffen voor bouwaanvragen in het betreffende plangebied.

Tijdens de actualisatie neemt de gemeente meestal geen nieuwe bouwinitiatieven of concrete bouwplannen mee in het nieuwe bestemmingsplan. De gemeente neemt vaak de huidige situatie van bouwwerken en gronden over in het plangebied. Omdat de planologische situatie nagenoeg hetzelfde blijft, hoeven er ook geen uitgebreide (milieu)onderzoeken plaats te vinden. Dit scheelt tijd en geld voor de gemeente en zo kan 1 juli 2013 gehaald worden. Vanuit het belang van de gemeente bezien is dat te begrijpen.

Voor nieuwe, concrete (bouw)plannen in een gebied waar de gemeente bezig is met de actualisatie van het bestemmingsplan, worden meestal aparte planologische procedures gevoerd. Bijv. door middel van een ‘postzegelplan’ (klein bestemmingsplan) of via een omgevingsvergunning. Dit is voor veel mensen teleurstellend en onbegrijpelijk. Immers, waarom moet er nu een aparte procedure worden gevoerd, terwijl er al een bestemmingsplanprocedure bezig is voor het gebied waar het project in valt.

De Raad van State kijkt de laatste tijd kritisch naar deze praktijk. De gemeente heeft veel beleidsvrijheid bij het al dan niet vaststellen van bestemmingsplannen en welke bestemmingen ze al dan niet opneemt. Als de gemeente bij de rechter laat zien dat er diverse belangen zijn afgewogen en het ook goed heeft gemotiveerd, dan legt de initiatiefnemer het meestal af tegen de gemeente en heeft het nakijken. Toch is dat niet in alle gevallen zo:

  • de besluitvorming over het (bouw)project hoeft niet te zijn afgerond: eist de gemeente dit, dan moet je hiermee niet akkoord gaan.
  • het (bouw)project hoeft niet (altijd) te worden vergezeld door een ruimtelijke onderbouwing. Dit hangt uiteraard af van het soort project. Voor een project dat naar verwachting grote milieugevolgen zal hebben, zal extra onderzoek moeten plaatsvinden. Voor plannen met weinig planologisch impact zal dit niet het geval zijn.
Concreet bouwplan: conclusie voor de praktijk
Uit de jurisprudentie blijkt dat de gemeente besluitvorming voer niet-concrete plannen tijdens de actualisatie van een bestemmingsplan, kan doorschuiven naar een later tijdstip. Concrete (bouw)initiatieven kan de gemeente tijdens de actualisatie van een bestemmingsplan echter niet zo maar opzij leggen en moet de gemeente meenemen in de besluitvorming. Ik verwijs hierbij naar onderstaande uitspraken.

Op gemeente berust onderzoeksplicht van bouwplan

De Raad van State heeft al meerdere keren aangegeven in uitspraken dat bij nieuwe bestemmingsplannen (actualisatieplannen) de onderzoeksplicht berust bij de gemeente en niet bij de initiatiefnemer van een concreet bouwplan. Dit komt omdat de gemeente zelf het initiatief neemt voor het nieuwe bestemmingsplan in verband met de actualisatieplicht, en de vaststelling ervan een zogenaamd ambtshalve genomen besluit betreft:
Nu de vaststelling van het bestemmingsplan in dit geval een ambtshalve genomen besluit betreft, berust de onderzoeksplicht ingevolge artikel 3:2 van de Awb primair op het gemeentebestuur”.
Ga dus niet zo maar akkoord met een ‘nee’ van de gemeente of de drempels die de gemeente opwerpt in verband met aan te leveren onderzoek.

Op verzoek van gemeente wel concrete gegevens aanleveren

Toch wil dit niet zeggen, dat u als initiatiefnemer van het (bouw)project achterover kunt leunen. In een uitspraak van 22 augustus 2012, no. 201012316/1/R4 maakt de Afdeling nog eens duidelijk dat weliswaar op de gemeente primair de onderzoeksplicht berust bij ambtshalve genomen besluiten, maar dat in dit geval aan de initiatiefnemer (een professionele partij) evenwel mocht worden verlangd dat zij concrete gegevens voor de door haar gewenste invulling zou aandragen naar aanleiding waarvan de benodigde onderzoeken konden worden verricht.
omgevingsjurist