Geluidszone industrieterrein en akoestisch onderzoek bedrijven
Het bestemmingsplan in kwestie voorziet in een actualisering van de bestemmingsplannen voor de bestaande industrieterreinen binnen de gemeente, en in de gewijzigde vaststelling van de geluidszone rondom deze terreinen als bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder (Wgh).
Appellanten betogen dat er ten onrechte goedkeuring is verleend aan de gewijzigde vastgestelde geluidszone industrieterrein rondom het industrieterrein. Zij voeren onder meer aan dat het plan voorziet in een toename van de geluidhinder voor omwonenden en dat de burgerwoningen binnen de geluidszone niet mogen worden uitgebreid. Het college heeft aan de goedkeuring van de geluidszone ten grondslag gelegd dat slechts het westelijke deel van de geluidszone rondom het industrieterrein is gewijzigd en dat voor 3 woningen rond dat industrieterrein hogere grenswaarden in de zin van de Wet geluidhinder zijn vastgesteld.
Uit het uitgevoerde akoestisch onderzoek blijkt dat ook bedrijven die zijn gelegen op gronden waarop de vestiging van Wgh-inrichtingen niet is toegestaan in het akoestisch onderzoek zijn betrokken. De Afdeling overweegt: “Het college en de raad hebben daarmee een onjuist uitgangspunt gehanteerd bij het bepalen van de ligging van de geluidszonegrens van 50 dB(A). Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (…) zijn in dit kader uitsluitend relevant de gronden waarop op basis van het plan inrichtingen kunnen worden gevestigd die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken in de zin van de Wgh. Slechts de cumulatieve geluidsbelasting vanwege de bedrijven op die gronden dient op de zonegrens niet boven de 50 dB(A) te komen. Voor de aanwezige en eventuele nieuwe bedrijven op de overige gronden heeft de ligging ervan binnen een zone als bedoeld in artikel 40 van de Wgh derhalve geen betekenis. De aanduidingen ‘geluidszone’ en ‘grens van het plan’ betreffen de binnen- en buitengrenzen van de geluidszone op blad 2 van de plankaarten (…) zijn derhalve in strijd met artikel 40 van de Wgh vastgesteld.”
Zie uitspraak ABRS 20 mei 2009, no. 200708171/1/R1
Vragen over akoestisch onderzoek en een goede ruimtelijke ordening?