Geluidwal borgen in regels bestemmingsplan
De Raad van State heeft in een eerdere tussenuitspraak over het aspect geluid overwogen dat de raad niet heeft beoordeeld of in het kader van een goede ruimtelijke ordening de cumulatieve geluidhinder voor het woon- en leefklimaat van appellant aanvaardbaar wordt geacht. Verder heeft de raad volgens de Raad van State geen voorwaardelijke verplichting in de planregels opgenomen voor de aarden geluidwallen die wel zijn beoogd.
In het aanvullende geluidrapport dat later is uitgevoerd is uitgegaan van grondwallen met een hoogte van 3 meter.
Voorwaardelijke verplichting aarden geluidwal
De raad heeft zich op het standpunt gesteld dat uit onderzoek is gebleken dat vanuit akoestisch oogpunt aarden geluidwallen met een hoogte van 3 meter noodzakelijk zijn en dat daarvoor thans een toereikende voorwaardelijke verplichting is opgenomen, waarbij rekening is gehouden met alle belangen. De betreffende planregel luidt:
“Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
het gebruik van geluidsinstallaties voor muziek of andere geluidsversterkingsinstallatie en het gebruik van gronden voor paintball, veldsporten, buitenterrassen, buggyrijden en gemotoriseerd grasmaaien in het geval dat de geluiddemping van de ter plaatse aangegeven ‘geluidwal’ niet is gegarandeerd. Hiervan is in ieder geval sprake indien de minimale hoogte van 3 m zoals genoemd in artikel 4.1 sub c niet meer aanwezig is of er openingen in de geluidwal aanwezig zijn”.
Lid 4, aanhef en onder c luidt:
“De voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:
c. aanleg, behoud en herstel van aarden wallen met een minimale hoogte van 3 meter, ter plaatse van de aanduiding ‘geluidwal’.
De Raad van State stelt vast dat voornoemde bepalingen verplichten tot het in stand houden van geluidwallen met een minimale hoogte van 3 meter, omdat is bepaald dat de geluiddemping daarvan in ieder geval niet is gegarandeerd als de geluidwallen minder hoog zijn dan 3 meter of als er openingen in de geluidwallen aanwezig zijn. (…)”.
Lees meer in uitspraak ABRS 3 mei 2017, no. 201509137/3/R3.
Vragen over geluid borgen in het bestemmingsplan?