Nadere eis bestemmingsplan over sprinklerinstallatie in verband met externe veiligheid hoort niet thuis in bestemmingsplan
De gemeente heeft in een bestemmingsplan een nadere eisen regeling opgenomen. Hierin staat aangegeven dat het college van b&w nadere eisen kan stellen aan de wijze van uitvoering van de bebouwing, ten behoeve van bouwkundige maatregelen op het gebied van externe veiligheid waarbij in nieuw te bouwen gebouwen een sprinklerinstallatie aanwezig dient te zijn. Het college van b&w kan deze nadere eisen inzake sprinklerinstallaties stellen nadat advies is ingewonnen bij de brandweer met betrekking tot de vraag of de bluswatervoorzieningen ter plaatse voldoende zijn.
Appellant acht deze regeling niet ruimtelijk relevant. De regeling heeft volgens hem uitsluitend betrekking op de constructie en inrichting van gebouwen. Hiervoor zijn regels opgenomen in het Bouwbesluit. Appellant betoogt dat het Bouwbesluit op dit punt geen ruimte biedt voor een aanvullende regeling.
Volgens de raad mogen zich in het plangebied risicovolle inrichtingen vestigen. Bij dit soort inrichtingen is niet uitgesloten dat een brand in een gebouw zich zodanig ontwikkelt dat deze brand ook buiten het gebouw gevaar oplevert. Volgens de raad zijn regels over de brandveiligheid van gebouwen bij dergelijke inrichtingen niet alleen van belang voor de gebouwen zelf en voor de gebruikers ervan, maar kunnen deze mede van belang worden geacht voor de externe veiligheid in de omgeving.
Volgens de Afdeling mogen er volgens het plan ook niet risicovolle inrichtingen in het plangebied vestigen. Naar het oordeel van de Afdeling hebben de regels over de brandveiligheid van gebouwen in hoofdstuk 2 van het Bouwbesluit 2003 – in ieder geval voor zover het de regels betreft die gelden voor gebouwen bij niet-risicovolle inrichtingen – een uitputtend karakter. Op dit punt bestaat dan ook geen ruimte om aanvullende regels op te nemen in een bestemmingsplan.
Zie uitspraak ABRS 22 mei 2013, no. 201112416/1/R3