Spuitzones boomgaarden – 50 meter richtafstand is achterhaald (deel 1)
Praktijk versus juridische werkelijkheid
Er gaapt nogal een gat tussen de uitvoeringspraktijk van de gemiddelde fruitteler die bespuitingen uitvoert in een productieboomgaard (appels en peren) en de juridische werkelijkheid. In de praktijk passen vrijwel alle telers al vergaande driftreducerende spuitmethoden toe, zoals driftreducerende spuitdoppen. Ook wordt er door telers meestal niet gespoten met een harde wind of wind die richting woningen waait. Dit is ook in het belang van de teler want gewasbeschermingsmiddelen, maar ook arbeid zijn duur. De spuitvloeistof blijft als het windstil is meer in het te bespuiten gebied en komt zo beter op de (fruit)bomen terecht. Tot dusverre de praktijk. (spuitzones boomgaarden)
Nu de juridische werkelijkheid. In de rechtspraak gaat men over het algemeen nog steeds uit van de maximale planologische mogelijkheden zoals die staan weergegeven in het geldende bestemmingsplan. Al zijn er enkele uitspraken die dat beginsel enigszins relativeren. In beginsel dient dus in een locatiespecifiek onderzoek te worden uitgegaan van de maximale planologische mogelijkheden van het agrarische perceel in plaats van de feitelijke situatie. Daarnaast gaat de rechtspraak nog steeds uit van een 50 meter richtafstand. Deze afstand is oorspronkelijk afkomstig uit het Streekplan 1996 van de provincie Gelderland en is anno 2019 niet meer bepaald actueel te noemen (meer dan 20 jaar oud!). Hoewel er onderbouwd kan worden afgeweken van de richtafstand is de 50 meter nog een belangrijk referentiepunt in de rechtspraak en blijkt nogal hardnekkig. De wijze van beoordeling van het Ctgb is uitgebreid te noemen en ook de driftreducerende maatregelen die worden genoemd in het Activiteitenbesluit milieubeheer zijn een grote vooruitgang. Helaas is de rechtspraak nog niet zo ver en wordt nog steeds uitgegaan van 50 meter.
Verder bestaat er bij omwonenden van landbouwgronden veel onzekerheid over de effecten van gewasbeschermingsmiddelen op hun gezondheid. Recent onderzoek van het RIVM toont aan dat er weliswaar nog kennislacunes zijn, maar dat niet onomstotelijk vaststaat dat het wonen bij landbouwgronden leidt tot nadelige gezondheidseffecten. Uiteraard is het heel belangrijk om zorgvuldig te werk te gaan om eventuele effecten te beoordelen. Het is helaas jammer dat de nuance ontbreekt. Uitzendingen als Zembla, maar ook andere media kunnen de indruk wekken dat telers maar wat aanklooien en volop gif verspreiden over hun velden. Dat is niet het geval. Er wordt uitgebreid bijgehouden wat er wat gespoten en wanneer, vaak via een app. Zoals hiervoor staat aangegeven hebben telers er helemaal geen belang bij om maar wat in het wilde weg te spuiten.
In een volgende blog (deel 2) ga ik verder in op de 50 meter afstand en waarom die achterhaald is.
Wilt u meer weten over locatiespecifieke spuitzoneringsonderzoeken? Bel de specialist op dit gebied: 010 – 268 0689 of mail.