Gemengd gebied VNG-brochure is heel ruim

Gemengd gebied VNG-brochure is een ruim begrip

De VNG-brochure hanteert de volgende definitie van ‘gemengd gebied‘: “een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen, behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied. Hier kan de verhoogde milieubelasting voor geluid de toepassing voor kleinere richtafstanden rechtvaardigen. Geluid is voor de te hanteren afstand van milieubelastende activiteiten veelal bepalend.”

In deze zaak gaat het om een solitair gelegen agrarisch bedrijf in aardappels en uien. Het bedrijf sorteert en verpakt deze uien en aardappels ook. Na verloop van tijd is het zelf verbouwen van producten gestopt en zijn ze overgegaan tot het verpakken van landbouwproducten van derden. Formeel vallen deze activiteiten niet meer onder de geldende agrarische bestemming. Om die reden is een specifieke aanduiding toegevoegd. Daarnaast is het bouwen van een nieuwe loods mogelijk gemaakt. De buurman is hierop tegen omdat hij een aantasting vreest van zijn woon- en leefklimaat, vooral door geluidsoverlast. Hij betoogt onder meer dat de gemeente ten onrechte uitgaat van een gemengd gebied.

Voor het bedrijf geldt milieucategorie 3.1, hierbij is de richtafstand 50 meter. De Raad van State geeft aan dat er wel sprake is van een gemengd gebied: “Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid, behoort volgens de VNG-brochure tot een gemengd gebied. Het plangebied kan overigens niet direct als lintbebouwing worden aangemerkt, maar is daar naar het oordeel van de Afdeling voor de toepassing van de VNG-brochure wel mee gelijk te stellen. In dit kader heeft de raad toegelicht dat bij de ontwikkeling van de Noordoostpolder planmatig te werk is gegaan. Daarbij is er bewust voor gekozen de arbeiderswoningen direct bij de agrarische bedrijven te plaatsen. Langs veelal rechte wegen is telkens gegroepeerde bebouwing aanwezig met daartussen weilanden. Zo maakt de woning van appellant deel uit van een blok met, althans oorspronkelijk, drie agrarische bouwvlakken met zes woningen. Gelet hierop heeft de raad zich terecht op het standpunt gesteld dat er sprake is van een gemengd gebied (…).” Lees meer in uitspraak: ABRS 12 mei 2021, no. 202003858/1/R1.

In deze uitspraak wordt weer eens duidelijk het begrip ‘lintbebouwing’ niet te letterlijk te nemen en breder te kijken. Zie onderstaande luchtfoto waarop het gebied is te zien (bron: Google Earth pro).

gemengd gebied VNG-brochure

overgangsrecht bestemmingsplan goed checken

Overgangsrecht bestemmingsplan goed checkenovergangsrecht bestemmingsplan

Het overgangsrecht in een bestemmingsplan is ervoor bedoeld om rekening te houden met bestaande belangen van zowel bestaande bouwwerken als bestaand gebruik. Meestal zal de gemeente de bestaande situatie als zodanig bestemmen in het nieuwe bestemmingsplan. Dit is echter niet altijd zo! Als de gemeente je perceel of bouwwerk onder het overgangsrecht brengt, dan betekent dit dat het plan erop gericht is om het bouwwerk of gebruik te laten verdwijnen of beëindigen. Let dus goed op bij een nieuw bestemmingsplan van de gemeente wat de nieuwe bestemming wordt voor uw perceel.

Overgangsrecht bestemmingsplan buitengebied – In dit geval ging het om een nieuw bestemmingsplan voor het agrarisch gebied. Appellant betoogt dat de gemeente ten onrechte geen bestemming heeft toegekend aan zijn perceel dat intensieve veehouderij mogelijk maakt. Volgens hem wordt hierdoor het huidige gebruik als intensieve veehouderij voor de tweede maal onder het overgangsrecht gebracht. Dat is volgens hem in strijd met de rechtszekerheid en met een goede ruimtelijke ordening.

De Afdeling is het met hem eens: “Aangezien het agrarische bedrijf in het thans voorliggende plan evenmin als intensieve veehouderij is bestemd, terwijl niet in geschil is dat het nog steeds als zodanig moet worden aangemerkt, volgt uit het vorenstaande dat de raad het agrarische bedrijf voor de tweede maal onder het overgangsrecht heeft gebracht. De raad heeft niet aannemelijk gemaakt dat het huidige gebruik van het agrarische bedrijf van appellant als intensieve veehouderij binnen de planperiode van 10 jaar zal worden beëindigd. Evenmin heeft de raad bezien of door een uitsterfregeling het huidige gebruik onder de werking van dit plan als zodanig kan worden bestemd totdat de bedrijfsvoering wordt beëindigd”. 

omgevingsjurist