evenement motorcross gedurende 3 weekeinden en bestemmingsplan

Evenement motorcross gedurende 3 weekenden per jaar en bestemmingsplan

Jaarlijkse motorcrosswedstrijden gedurende 3 weekeinden per jaar zijn volgens de Afdeling niet zodanig kort en incidenteel dat de bestemming zich hiertegen niet verzet

Het niet regelen van evenementen in bestemmingsplannen levert in de praktijk vaak problemen op. Vaak verwijst de gemeente naar de APV en geeft aan dat met een evenementenvergunning eventuele overlast beteugeld kan worden. Dat dit niet het geval is, is inmiddels bestendige jurisprudentie.

De gronden waarop de motorcrosswedstrijden plaatsvinden hebben een agrarische bestemming. De gemeente vond het gebruik van 3x per jaar ondergeschikt en derhalve passend in de bestemming.

De Afdeling is het hiermee niet eens en geeft aan “in dit verband tevens van belang is dat het jaarlijkse gebruik van de gronden voor motorcrosswedstrijden gedurende 3 weekeinden per jaar niet zodanig kortdurend en incidenteel is dat de bestemming zich hiertegen niet verzet. Voor zover de raad stelt dat het gebruik kan worden gereguleerd op grond van de APV overweegt de Afdeling dat een evenementenvergunning ingevolge de APV met name is ingegeven vanuit het oogpunt van handhaving van de openbare orde en geen toetsingskader vormt voor de ruimtelijke aanvaardbaarheid van een evenement of een evenemententerrein. De toetsing aan de
APV kan derhalve niet in de plaats worden gesteld van een toetsing aan het plan.”

 

toverformule bestemmingsplan en Wabo

Toverformule bestemmingsplan en Wabotoverformule bestemmingsplan

In veel oude bestemmingsplannen is de zogeheten ‘toverformule‘ opgenomen. Deze bepaling berust op artikel 15 van de WRO. Het gaat bij de toverformule bestemmingsplan om een – in de praktijk beperkt bruikbare – afwijkingsbevoegdheid (of vrijstelling), waarmee het algemene gebruiksverbod om gronden of  bouwwerken te gebruiken in strijd met de in het plan gegeven bestemming voor een concreet geval terzijde kan worden gesteld. Vrijstelling voor een ander gebruik (niet voor bouwwerken) is volgens de jurisprudentie van de Afdeling alleen mogelijk, als een zinvol gebruik overeenkomstig de bestemming niet meer mogelijk is en tegen de beoogde nieuwe gebruiksvorm geen dringende bezwaren bestaan. Vooral de zinsnede ‘als een zinvol gebruik overeenkomstig de bestemming niet meer mogelijk is’ gaf (en geeft) in de praktijk veel problemen. Gelukkig zien we de toverformule in nieuwe bestemmingsplannen niet meer terug.

Wanneer is daar sprake van? Bijv. in het geval het gebruik van een gebouw in het buitengebied met een agrarische bestemming, terwijl ter plaatse naar agrarische gebouwen van die soort als gevolg van sociale, economische of ruimtelijke ontwikkelingen geen vraag meer bestaat. Dat dit niet altijd geldt bewijst onderstaande uitspraak van 4 juli 2012.

Aan de gebruiker en eigenaar van een tuinbouwkas met agrarische bestemming had de gemeente een last onder dwangsom opgelegd vanwege de stalling van caravans, boten en het opslaan van materialen van anderen. Het gebruik is in strijd met het bestemmingsplan. Appellant doet een beroep op de toverformule, nu het exploiteren van zijn glastuinbouwbedrijf op het perceel financieel niet meer haalbaar is. De Afdeling geeft aan dat zijn betoog faalt:

Appellant betoogt tevergeefs dat het voor hem financieel niet meer haalbaar is om een glastuinbouwbedrijf op het perceel te exploiteren, reeds nu deze omstandigheid niet betekent dat het perceel objectief gezien niet meer voor agrarische bedrijfsvoering ten behoeve van glastuinbouwbedrijf zou kunnen worden gebruikt.” 

Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (in onder meer de uitspraak van 6 mei 2009, LJN: BI2969) is het verlenen van een vrijstelling op de voet van de zogeheten toverformule eerst mogelijk en ook verplicht, indien een zinvol gebruik overeenkomstig het geldende bestemmingsplan objectief gezien niet meer mogelijk is. Er bestaat geen aanleiding om daar onder de werking van  de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht anders over te denken.” Zie uitspraak ABRS 4 juli 2012, LJN: BX0296.

Tip voor de praktijk: Bent u zelf eigenaar van een schuur of ander gebouw in het buitengebied dat niet meer voor agrarische doeleinden wordt gebruikt? Ga tijdig met de gemeente om de tafel en vraag na wat de planologische mogelijkheden zijn. De gemeente is meestal bereid om mee te denken. Een verzoek om een herziening van het bestemmingsplan van de betreffende locatie is meestal kansrijker dan een beroep op de toverformule.

omgevingsjurist