Milieuvergunning bestemmingsplan – Bij het opnemen van de bestemming ‘Bedrijventerrein’ in bestemmingsplan, rekening houden met uitbreidingsmogelijkheden van milieuvergunning
In een nieuw bestemmingsplan voor een bedrijventerrein heeft de gemeente voor een bestaand bedrijf minder oppervlakte toebedeeld in de bestemming, dan op grond van het vorige bestemmingsplan mogelijk was. Het vorige bestemmingsplan maakte een bedrijfsoppervlakte mogelijk van 15.000 m². Het bedrijf voert in beroep aan dat de gemeente ten onrechte het maximaal toegestane oppervlakte van bedrijven ten opzichte van het voorheen geldende plan heeft verminderd. Het bedrijf stelt dat zij het perceel sinds 2007 gebruikt voor het stallen van vrachtwagens, opslag en kantoorvoorzieningen en dat zij van meet af aan de toevoeging van dat perceel aan haar inrichting voor ogen heeft gehad.
De Afdeling is het eens met hetgeen het bedrijf aanvoert: “Onder meer is gebleken dat het bedrijf (…) de opstallen op het perceel (…) heeft gehuurd en gebruikt als kantoor en magazijn, zoals in verschillende controlebezoeken is geconstateerd. Ook is gebleken dat het bedrijf op 30 september 2010, voor de terinzagelegging van het ontwerp van het plan, bij het college van GS (…) een revisievergunning op grond van de Wet milieubeheer heeft aangevraagd voor een inrichting op beide percelen. De Afdeling overweegt dat niet is gebleken dat de raad rekening heeft gehouden met deze omstandigheid bij zijn keuze voor de bestemming van beide percelen. De enkele verwijzing van de raad naar de algemene provinciale regels ten aanzien van de maximale oppervlakte van bedrijven is onvoldoende, nu niet is gebleken dat de raad de specifieke situatie van het bedrijf en de mogelijkheden die de provinciale regels bieden, bijvoorbeeld voor bestaande situaties, heeft onderzocht. Gelet op het voorgaande heeft de raad het plan niet met de vereiste zorgvuldigheid voorbereid”.
De relatie milieuvergunning bestemmingsplan, Zie ABRS 27 februari 2013, no. 201112182/1/R3.