Project mer-richtlijn alleen bij wijziging materiële toestand
Is voor een wijziging in het gebruik van een bestaande inrichting een MER nodig?
De inrichting omvat onder meer vervoer per spoor en rangeeractiviteiten. Bij het bestreden besluit is een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4 van de Wet milieubeheer verleend voor deze activiteiten. De vergunning heeft betrekking op:
- een wijziging in de aantallen transportbewegingen
- het enkele keren verrichten van onderhoud aan het spoor.
De plaatselijke buurtvereniging betoogd dat ter voorbereiding van het besluit een milieueffectrapport had moeten worden gemaakt.
De Afdeling is duidelijk: “Zoals is overwogen in het arrest van het Hof van Justitie van de EU van 17 maart 2011, (..), gaat het pas om een project in de zin van de mer-richtlijn, zodra er werken of ingrepen plaatsvinden die de materiële toestand van de plaats veranderen. Dat is hier niet het geval. De vergunning heeft geen betrekking op het aanleggen van spoor, maar uitsluitend op een wijziging van het gebruik van bestaand spoor. Reeds daarom staat vast dat het in dit geval niet gaat om een in bijlage II bij de mer-richtlijn genoemd project, en is hetgeen in het arrest van 15 oktober 2009 is geoordeeld met betrekking tot drempelwaarden voor dergelijke projecten voor de huidige zaak niet relevant.”
Zie uitspraak ABRS 27 juni 2012, no. 201101874/1/A4.