Huisvesting seizoensarbeiders en bestemmingsplan
Praktijkprobleem In de praktijk ondervinden veel gemeenten problemen met het huisvesten van tijdelijke – veelal buitenlandse – seizoensarbeiders. Meestal is er wel de wil om een oplossing te zoeken, maar ontbreken de juridische mogelijkheden. Onderhavige gemeente had in 2007 een beleidsnotitie vastgesteld waarin was bepaald dat tijdelijke woonunits en stacaravans voor de huisvesting van seizoensarbeiders na 6 maanden verwijderd dienden te worden. Voortschrijdend inzicht had geleid tot een gewijzigde bepaling in een nieuw bestemmingsplan.
Afwijkingsbepaling in bestemmingsplan (voor huisvesting seizoensarbeiders): De gemeente had de volgende afwijkingsbepaling opgenomen in het bestemmingsplan:
“Het college is bevoegd een omgevingsvergunning voor afwijking te verlenen van het bepaalde in lid … voor het plaatsen van stacaravans en/of woonunits of de verbouwing van een bedrijfsgebouw voor de tijdelijke huisvesting van seizoensarbeiders met dien verstande dat:
- het gebruik als tijdelijke huisvesting slechts is toegestaan gedurende maximaal 6 maanden per jaar;
- deze dienen te worden geplaatst binnen het bouwvlak van het betreffende bedrijf;
- per bedrijf maximaal 40 seizoensarbeiders mogen worden gehuisvest;
- de noodzaak tot het hebben en huisvesten van seizoensarbeiders op het bedrijf afdoende is aangetoond waartoe een advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen vereist is;
- een goede landschappelijke inpassing, op basis van een uitvoerbaar erfinrichtingsplan, verzekerd is;
- er geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen voor de omliggende bedrijven.