Maximale planologische mogelijkheden en akoestisch onderzoek

In akoestisch onderzoek vanwege geluid en een goede ruimtelijke ordening uitgaan van maximale planologische mogelijkheden in bestemmingsplanakoestisch onderzoek

Het betreffende uitwerkingsplan maakt de bouw van een hotel, restaurants, commerciële ruimten en een ondergrondse parkeergarage mogelijk. Volgens appellant zal het uitwerkingsplan een onaanvaardbare geluidhinder met zich brengen nu zijn woning direct grenst aan het plangebied.

De Afdeling overweegt:Op basis van dit rapport kan echter niet worden geconcludeerd dat in het kader van een goede ruimtelijke ordening sprake zal zijn van een aanvaardbare geluidsituatie. In dat kader moeten immers de maximale planologische mogelijkheden worden bezien, zonder uitzondering van relevante geluidsbronnen. Vast staat dat in het akoestische onderzoek de gecumuleerde geluidbelasting van verschillende geluidsbronnen niet is bezien. In het deskundigenbericht is dat wel gebeurd, maar daarbij is tevens aangegeven dat er daarbij van uit is gegaan dat muziekgeluid van het terras en installatiegeluid geen wezenlijke bijdrage leveren aan het gecumuleerde geluidsniveau. Nu het uitwerkingsplan aan de rustige achterzijden van de woonpercelen aan de Bergstraat en direct grenzend aan het woonperceel van appellant een buitenterras voor de voorziene horecabedrijven mogelijk maakt en niet is gebleken dat hiervan is uitgegaan in het akoestische rapport en het deskundigenbericht, is niet uit te sluiten dat de akoestische gevolgen van het terras zijn onderschat. Daarnaast is ten onrechte geen rekening gehouden met geluid van installaties voor luchtzuivering en airco, terwijl het plan voorziet in onder meer een hotel en een ondergrondse parkeergarage, waarbij dergelijke installaties gebruikelijk zijn. Dit klemt des te meer, nu de afstanden tot de omliggende percelen (…) betrekkelijk kort zijn en in de Ontwikkelingsvisie (…) is opgenomen dat de achterzijde en binnenterreinen relatieve rust en stilte uitstralen in het belang van omwonenden”. 

Zie uitspraak ABRS 3 april 2013, no. 201202100/1/R3.

omgevingsjurist