Geluidbelasting boerengolf beperken via planregels bestemmingsplan

Geluidbelasting boerengolf beperken via planregels bestemmingsplangeluidbelasting boerengolf

In een bestemmingsplan wordt de activiteit boerengolf mogelijk gemaakt op gronden met de bestemming ‘Agrarisch met waarden’ en de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – boerengolf’.

Appellant vreest geluidhinder van boerengolf. Volgens hem moet er sprake zijn van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en is het toestaan van boerengolf daarmee niet te verenigen. De raad stelt zich op het standpunt dat uit het akoestisch onderzoek volgt dat het plan niet leidt tot onevenredige geluidhinder voor omwonenden. In het verweerschrift en ter zitting heeft de raad hieraan toegevoegd dat ter voorkoming van onaanvaardbare geluidhinder voor omwonenden in de planregels volgens hem is bepaald dat het spelen van boerengolf maximaal tot 19.00 uur mogelijk is. Op deze wijze is volgens de raad verzekerd dat de spelers rond 20.00 uur het terrein verlaten hebben.

Volgens de Afdeling is “echter nog van belang dat de raad ter voorkoming van onaanvaardbare geluidhinder voor omwonenden het noozakelijk heeft gevonden de eindtijd van het spelen van boerengolf in de regels van het bestemmingsplan op te nemen. De raad heeft hierbij echter een fout gemaakt die tot gevolg heeft dat het plan feitelijk geen eindtijd stelt. (…) In de planregels is niet nader omschreven wat precies onder ‘boerengolf-activiteiten’ moet worden begrepen. Gelet op het verhandelde ter zitting heeft de raad met dit begrip alleen gedoeld op het spelen van boerengolf en niet op het gebruik van de kantine en het terras. (…).

Lees meer in r.o. 7 van uitspraak ABRS 25 april 2018, no. 201602154/2/R6. (geluidbelasting boerengolf)

Geluidmaatregelen woningen borgen in planregels van bestemmingsplan – voldoen aan een goede ruimtelijke ordening

Geluidmaatregelen woningen – Om te voldoen aan een goede ruimtelijke ordening, kan het nodig zijn om in de planregels van het bestemmingsplan te borgen dat de geluid- en geurwerende maatregelen ook worden uitgevoerd

Op de gronden naast een bestaande bakkerij wordt met een bestemmingsplan een appartementencomplex mogelijk gemaakt. De eigenaar van de bakkerij stelt in beroep dat met uitsluitend een vliesgevel aan de zijkant van het voorziene appartementgebouw de geluiduitstraling vanuit de bakkerij op de achterzijde van het appartementencomplex niet voldoende kan worden gereduceerd.

Volgens de gemeente wijst het akoestisch onderzoek uit dat na het toevoegen van een zogenaamde vliesgevel geen sprake is van een overschrijding van geluidnormen en dat binnenwaarden door de getroffen maatregelen aan de gevels van de nieuwbouw worden gewaarborgd. De gemeente wijst erop dat in het plan is voorgeschreven dat het appartementencomplex alleen mag worden gebouwd in combinatie met een vliesgevel.

De Afdeling overweegt: Ter zitting heeft de raad aangegeven dat sprake is van een overschrijding van de aanvaardbare geluid- en geurbelasting vanuit de bakkerij op de voorziene appartementen. De raad heeft daarbij gesteld dat deze belasting kan worden beperkt door maatregelen te treffen bij de bakkerij en de voorziene appartementen. De Afdeling stelt echter vast dat de uitvoering van deze maatregelen bij realisering van het plan niet is gewaarborgd. Daartoe neemt de Afdeling in aanmerking dat niet aannemelijk is gemaakt dat de bij appellante te nemen maatregelen ter beperking van de geurbelasting zullen worden uitgevoerd. Voorts heeft de raad aangegeven dat in de verleende bouwvergunning een vliesgevel is opgenomen bij het appartementencomplex, ter voorkoming van een te hoge geluidbelasting op de eigenlijke gevel van dat complex. Hieruit volgt dat zonder het treffen van maatregelen geen aanvaardbaar woon- en leefklimaat bij de appartementen kan worden gerealiseerd vanwege de geluiduitstraling van de bakkerij. Nu het plan voor de gronden waarop de appartementen zijn voorzien geen voorschrift bevat  op grond waarvan de geluidbelasting op de gevel van de appartementen vanwege de bakkerij maximaal 50 dB(A) mag bedragen, de geluidwaarde die door de raad maximaal aanvaardbaar wordt geacht, wordt niet gewaarborgd dat ter plaatse van de appartementen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.”

Zie uitspraak ABRS 12 december 2012, no. 201206363/1/T1/R4

omgevingsjurist

Geluidbelasting gevels en aanvaardbaar woon- en leefklimaat

Geluidbelasting gevels en aanvaardbaar woon- en leefklimaatgeluidbelasting gevels

In deze casus ging het om een woningbouwplan nabij een bestaande horecagelegenheid. De exploitant vreesde voor zijn bedrijfsvoering. De raad gaf aan dat de gevels van de woningen zullen worden uitgevoerd als dove gevel en dat in de buitenruimten een aanvaardbaar geluidsniveau wordt gegarandeerd door de woningen te voorzien van een patio die wordt omsloten door bebouwing. Echter… de raad was vergeten om het geluidsniveau te bepalen in de toekomstige tuinen van de bewoners. Verder was de uitvoering van de achtergevels als dove gevel niet in het plan voorgeschreven.

Praktijktip: weeg altijd het aspect een goede ruimtelijke ordening altijd mee bij de planvorming. Hoewel het inmiddels een ‘vergaarbak’ van aspecten is die bekeken moeten worden, is het zeer belangrijk voor het slagen van een project. Verder dienen maatregelen die worden voorgeschreven in milieuonderzoeken, zoals dove gevels als gevolg van een akoestisch onderzoek, te worden geborgd in het bestemmingsplan. Doe dit in de vorm van een voorwaardelijke verplichting in de planregels van het bestemmingsplan.

Voor de uitspraak van de Afdeling van 27 oktober 2010 klik hier. De Afdeling overweegt: “De omstandigheid dat, indien de achtergevels worden uitgevoerd als dove gevel, voldaan kan worden aan de eisen uit het Activiteitenbesluit, laat onverlet dat in het kader van het vaststellen van het bestemmingsplan, alle betrokken belangen behoren te worden afgewogen, waarbij moet worden beoordeeld in hoeverre het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Nu het gebruik van de tuinen door toekomstige bewoners is toegelaten, dient in het voorliggende geval de beoordeling of sprake is van een goed woon- en leefklimaat niet slechts betrekking te hebben op de geluidbelasting op de gevel en in de patio’s, maar eveneens betrekking te hebben op de tuinen gelegen aan de achterzijde van de woningen. Door hieraan geen enkele aandacht te besteden, heeft de raad niet aannemelijk gemaakt dat met het plan een goed woon- en leefklimaat is verzekerd”.  

datum publicatie: 24 mei 2011