Milieuvergunning bestemmingsplan – bij leggen van bestemmingen rekening houden met ruimere mogelijkheden van het Activiteitenbesluit ten opzichte van vergunde milieuvergunning
Een nieuw bestemmingsplan maakt de bouw van 300 woningen mogelijk. Appellante heeft nabij de beoogde woningen een bedrijf en stelt in beroep dat er ter plaatse van de woningen geen goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd en dat zij in haar bedrijfsvoering wordt beperkt door de komst van de woningen. Ze betoogt dat haar bedrijf inmiddels valt onder het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer (Barim) en niet meer wordt gereguleerd door een milieuvergunning. Er zijn geen maatwerkvoorschriften opgelegd. Dit betekent dat de volledige ruimte uit het Barim benut kan worden. Volgens haar is de gemeente ten onrechte uitgegaan van de vergunde situatie, met name nu het Barim meer mogelijkheden biedt dan de inmiddels vervallen vergunning.
De Afdeling overweegt “dat de raad in het plan is uitgegaan van de situatie waarin de activiteiten van appellante nog door een vergunning werden gereguleerd. Vaststaat dat de geluidruimte die het Barim biedt, groter is dan de geluidruimte van de voormalige vergunning. De raad is in het plan gelet op het voorgaande uitgegaan op verkeerde uitgangspunten. Nu de geluidruimte uit de voormalige vergunning verschilt van de geluidruimte uit het Barim, heeft de raad miskend dat de in het plan voorziene woningbouw mogelijk gevolgen heeft voor de bedrijfsvoering van appellante. Ook is niet gebleken dat de raad een volledige beoordeling heeft gemaakt van het woon- en leefklimaat ter plaatse van de in het plan voorziene woningen, nu de geluidruimte uit het Barim daarbij niet is betrokken”.
Zie uitspraak ABRS 12 december 2012, no. 201112659/1/R4