Geluidsoverlast terras regelen via bestemmingsplan en relativiteitsvereiste
Het college van B&W heeft een omgevingsvergunning verleend voor het herbouwen van een boerderij met als functie restaurant, galerij en bedrijfswoning, het bouwen van een wagenschuur en een hooischuur met logiesfunctie. Het restaurant heeft aan 3 zijden een terras en er zijn zitplaatsen in de boomgaard.
Appellanten beweren dat er bij hun woning geen sprake is van een akoestisch aanvaardbare situatie. Een andere appellant stelt dat een beroep op overschrijding van de gehanteerde streefwaarde op de gevel van de woning niet tot vernietiging van het besluit kan leiden, omdat het in artikel 8:69a van de Awb opgenomen relativiteitsvereiste daaraan in de weg staat.
De Afdeling overweegt als volgt: “Een belanghebbende kan zich beroepen op de geluidnormen die het bevoegd gezag in acht neemt ter invulling van het begrip ‘goede ruimtelijke ordening’, indien het besluit tot vergunningverlening strekt tot uitvoeren van een activiteit waarvan hij ook nadelige geluidseffecten voor zijn woonsituatie moet vrezen. Die mogelijkheid bestaat ook indien hij volstaat met aannemelijk te maken dat de vergunningverlening zal leiden tot overschrijding van de geluidsnormen ter plaatse van woningen in zijn directe omgeving en daarmee tot nadelige geluidseffecten bij zijn woning (…). Nu aannemelijk is dat een overschrijding van de streefwaarden op de woning ook zal leiden tot meer geluidbelasting op de woning van appellant, staat artikel 8:69a van de Awb niet aan vernietiging van het besluit om die reden in de weg.
Geluidsoverlast terras – (…) Verder is in de vergunning noch in de daarbij behorende stukken, zoals het akoestisch rapport, het aantal bezoekers van de inrichting gelimiteerd. In het akoestisch rapport is gerekend met 40 bezoekers op het terras en 20 in de boomgaard, doch deze aantallen zijn niet als maximale aantallen vastgelegd. Daarbij komt dat kennelijk geen rekening is gehouden met verblijfsgasten die zich op het terrein van de inrichting of in het horeca-gedeelte van de inrichting bevinden.”
Lees meer in r.o. 12.1 van uitspraak ABRS 20 september 2017, no. 201605303/1/A1