Hybride detailhandel lastig voor gemeenten
Door de toenemende digitalisering komen er steeds meer zogeheten hybride tussenvormen van detailhandel. Een mix van online winkelen, winkelen op locatie, een espressobar en het product beleven op locatie. Hoe ga je daar als gemeente mee om? De meeste bestemmingsplannen bevatten nog traditionele begrippen van detailhandel. Soms is er een passage toegevoegd over online winkelen, maar dan houdt het wel op. De traditionele definities voldoen niet meer. Dat weten ze bij de gemeente ook, maar hoe ga je er dan mee om? Het concept dat door een ondernemer is bedacht (hybride detailhandel) biedt door de meerdere mogelijkheden ook meer kans op overleven in een moeilijke tijd. Dat is de andere kant vanuit de ondernemer bezien. De praktijk van alledag is dynamisch en snel. Om mee te kunnen met de vraag van klanten moet een ondernemer vaak snel handelen.
In een casus die zich in Zoetermeer afspeelt gebeurt is soortgelijks. De gemeente heeft het bedrijf een last onder dwangsom opgelegd vanwege het uitoefenen van detailhandel op een bedrijventerrein. In het pand zijn verder een kantoor, een testbaan, een afhaalbalie en pashokjes aanwezig. De hoofdfunctie is een postorderbedrijf. Volgens de gemeente is de detailhandel ter plaatse niet toegestaan en in strijd met het geldende bestemmingsplan. De bestemming ter plaatse is ‘bedrijf t/m cat. 4.2’ met aanduiding ‘detailhandel perifeer’. Het college stelt zich op het standpunt dat sprake is van detailhandel, omdat op de begane grond van het pand op een groot winkeloppervlak grote hoeveelheden consumentengoederen zijn uitgestald ter verkoop. Dit gebruik moet worden beëindigd door de producten in het grote magazijn aan het zicht van de klanten te onttrekken. Ook de moet aan hen de toegang aan het magazijn worden ontzegd.
De Raad van State overweegt dat er sprake is van webwinkel. Producten worden online besteld en bij de klanten bezorgd. Klanten kunnen de producten ook afhalen in het pand aan de afhaalbalie. Ook is er een experience center. Lees meer in r.o. 6.3 van uitspraak ABRS 14 juli 2021, no. 201908988/1/R3.(hybride detailhandel)