Hangjongeren in bestemming Groen limiteren
Een gemeente had in de bestemming ‘Groen’ van een bestemmingsplan de mogelijkheid opgenomen om een jongerenontmoetingsplaats op te richten:
- de voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor bijbehorende voorzieningen, zoals jongerenontmoetingsplaatsen;
- op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming gebouwen en overkappingen ten behoeve van jongerenontmoetingsplaatsen worden gebouwd.
Ontmoetingsplaatsen voor jongeren stuiten in de gemeentelijke praktijk vaak op weerstand van de buurtbewoners. Men is in het algemeen bang voor hangjongeren en de overlast die ze kunnen veroorzaken. De raad motiveert de keuze in het bestemmingsplan als volgt: “Omdat het onduidelijk is waar en wanneer er behoefte bestaat aan een dergelijke voorziening, is het onmogelijk op voorhand hiervoor een locatie aan te wijzen. Het oprichten van een jongerenontmoetingsplaats zal in overleg met omwonenden plaatsvinden en tegen het besluit tot verlening van een omgevingsvergunning voor het bouwen ervan kan bezwaar worden ingesteld.”
Oordeel Afdeling
“Het oprichten van jongerenontmoetingsplaatsen binnen de bestemming ‘Groen’ acht de Afdeling op zichzelf niet onaanvaardbaar. Vaststaat echter dat het plan geen beperkingen stelt aan het aantal van deze voorzieningen dat kan worden gerealiseerd. Evenmin is in het plan vastgelegd op welke locaties jongerenontmoetingsplaatsen kunnen worden opgericht. Gezien de aard van deze voorzieningen, eventuele gevolgen die het gebruik van gronden als jongerenontmoetingsplaats kan hebben, de geringe afstand van woningen tot gronden waar deze kunnen worden gerealiseerd en de ruimtelijke relevantie van genoemde aspecten – aantal en locatie -, is de Afdeling van oordeel dat de raad niet heeft kunnen nalaten in het plan vast te leggen op welke locaties jongerenontmoetingsplaatsen kunnen worden gerealiseerd dan wel op welke gronden deze voorziening juist niet kan worden gerealiseerd. Het plan verdraagt zich wat betreft het gebruik van de gronden met de bestemming ‘Groen’ als jongerenontmoetingsplaats niet met het beginsel der rechtszekerheid (..).” Zie uitspraak ABRS 8 februari 2012, 201011988/1/T1/R2, r.o. 2.20.3.