Hoogspanningslijnen en gezondheid in bestemmingsplan
Goed nieuws! In mijn vorige berichten over hoogspanningslijnen en gezondheidsrisico’s gaf ik aan dat ik van mening was dat er bij planologische besluitvorming te weinig aandacht is voor het aspect gezondheid van omwonenden. In de meeste gevallen wordt vrij gemakkelijk verwezen naar algemeen onderzoek van de VROM-raad en wordt er niet ingegaan op het individuele geval. Uit een uitspraak van 25 januari 2012 blijkt (gelukkig) het tegendeel.
Casus Het bouwplan betreft een supermarkt met winkelruimte, kantoorruimte en 18 appartementen. Het college van b&w had in een eerder stadium medewerking verleend met een artikel 19, lid 2 WRO procedure. Tegen dit besluit was bezwaar gemaakt. Degenen die bezwaar maakte vond dat het college onvoldoende onderzoek had gedaan naar de mogelijke gezondheidsrisico’s (voor jonge kinderen) in verband met de aanwezigheid van hoogspanningslijnen bij het beoogde bouwwerk. Het bezwaar werd gegrond verklaard. In het besluit op bezwaar werd aan de vrijstelling het volgende voorschrift verbonden: “Het is verboden de appartementen als hoofdverblijf te gebruiken voor personen jonger dan 55 jaar.”
Overweging Afdeling over gezondheid en hoogspanningslijnen “Zoals de Afdeling in de uitspraak van 12 januari 2011 in zaak nr. 201003608/1/H1 heeft overwogen, strekt de aan de vrijstelling verbonden ertoe te vermijden dat kinderen langdurig verblijven in de voorziene woningen, gelet op de in de brieven van de staatssecretaris van VROM van 3 oktober 2005, de Gezondheidsraad van 21 februari 2008 en de minister van VROM van 4 november 2008 gesignaleerde mogelijke gezondheidsrisico’s voor kinderen bij langdurig verblijf in een gebied rond bovengrondse hoogspanningsleidingen. (..) Geen aanleiding bestaat voor het oordeel dat de aan de vrijstelling verbonden voorwaarde niet zou volstaan. (..) De Afdeling is van oordeel dat de aan de vrijstelling verbonden voorwaarde tot bevordering van een goed- woon en leefklimaat strekt, waarmee het belang van een goede ruimtelijke ordening is gediend.”
Zie voor de uitgebreide overweging r.o. 2.2 e.v. van ABRS 25 januari 2011, 201106189/1/A1