Archeologie agrarische grond – 50 cm onder het maaiveld verstoord in het kader van archeologisch onderzoek bij bestemmingsplan
De gemeente heeft in het bestemmingsplan de volgende planregel bij de bestemming ‘Waarde – Archeologie’ opgenomen:
“de vergunningplicht – en daarmee de onderzoeksverplichting – geldt voor werkzaamheden in de bodem vanaf een diepte van 50 cm onder het bestaande maaiveld voor gronden met de bestemming ‘Agrarisch met waarden – Landschap of ‘Agrarisch met waarden – Landschap en natuur'”
Volgens appellant gaat is de raad er ten onrechte vanuit gegaan dat deze gronden al vanaf deze diepte verstoord zijn. Dit is volgens hem niet onderzocht en gaat regulier agrarisch gebruik niet dieper dan 25 à 30 cm beneden het maaiveld.
De Afdeling kan de gemeente niet volgen. De raad heeft hierbij het voorbeeld genoemd het scheuren van grond en het aanleggen van drainage. Volgens de Afdeling zijn dit niet-reguliere, incidentele werkzaamheden in de agrarische bedrijfsvoering. In geval van de aanleg van drainage is de bodem slechts verstoord ter plaatse van de drainagebuizen, zodat niet voor het gehele perceel kan worden aangenomen dat de bodem tot 50 cm onder het bestaande maaiveld is verstoord.
Zie uitspraak ABRS 20 maart 2013, no. 201205452/1/R4.