Geluidnormen in planregels bestemmingsplan en evenementen
De gemeente heeft een bestemmingsplan voor de regeling van evenementen op een drafbaan vastgesteld. In de planregels zijn zowel maxima opgenomen voor het aantal bezoekers als voor maximaal toegestane geluidnormen.
In de nota Strategisch Evenementenbeleid staat dat muziekevenementen doorgaans maximaal 12 keer per jaar op één locatie georganiseerd kunnen worden. In voornoemde nota staat dat de drafbaan een toplocatie is voor grootschalige evenementen, zoals grote (pop)concerten, het bevrijdingsfestival en volksfeesten.
Appellant betoogt dat het plan 11 dagen onafgebroken muziekfestivals toestaat, omdat voor muziekevenementen, anders dan voor dance-evenementen geen maximale duur, rustperiode en aanvangstijd in de planregels is opgenomen. Hij voert aan dat voor dance-evenementen een rustperiode voor 2 weken in de planregels is opgenomen en dat dit voor de overige muziekevenementen ontbreekt.
Appellant betoogt verder dat de in de planregels opgenomen geluidnormen voor categorie-2 en 3-evenementen onzorgvuldig tot stand zijn gekomen. Hij voert aan dat onduidelijk is of met de aangegeven geluidnormen getallen bedoeld worden die zijn gebaseerd op LAeq of LCeq metingen, of op LAmax of LCmax. Als in de planregels is uitgegaan van het equivalente geluidniveau is het van belang om te weten over welke tijdsduur, des te meer piekgeluiden zijn toegestaan. Deze informatie ontbreekt ten onrechte in de planregels, aldus appellant.
De raad stelt dat vanuit een oogpunt van ruimtelijke aanvaardbaarheid ervoor is gekozen voor dance-evenementen een rustperiode van minimaal 2 weken en een maximale duur van 8 uur vast te leggen in het plan. Een uitbreiding van deze regeling naar alle muziekevenementen is niet nodig, omdat er volgens de raad geen onaanvaardbare hinder optreedt als gevolg niet niet-dance-evementen.
De raad stelt verder dat de in de planregels opgenomen geluidnormen zien op het langtijd beoordelingsgemiddelde, het equivalente geluidniveau LAeq en LCeq. De raad erkent dat is nagelaten dit in de planregels op te nemen.
De Afdeling overweegt: (…) voorts overweegt de Afdeling dat nu in de artikelen (…) van de planregels niet is vermeld dat de geluidnormen zien op het equivalente geluidniveau en evenmin is vermeld hoe dit niveau dient te worden gemeten, de raad ten aanzien van deze geluidnormen niet precies genoeg heeft geregeld wat hij heeft beoogd. (…) Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat het plan nvoor alle categorie 2- en 3 evenementen hogere geluidwaarden toestaat en dat in de planregeling voor alle evenementen naast een dB(A)- ook een dB(C) waarde voor de bastonen is vastgesteld. Gelet hierop heeft de raad het plan in zoverre in strijd met artikel 3:46 van de Awb vastgesteld.
Over laagfrequent geluid kunt u lezen in r.o. 11.2 van ABRS 23 augustus 2017, no. 201607013/1/R3
Advies nodig over de planologische regeling van geluidnormen?