Evenementen en bestemmingsplan
Het opnemen van de aanduiding ‘evenemententerrein’ voor een perceel op de verbeelding van een bestemmingsplan lijkt heel onschuldig. In dit geval was de buurman van het nabij gelegen perceel hier niet zo blij mee. Hij vreest onder meer geluidsoverlast en geeft aan dat de evenementenvergunning op grond van de APV onvoldoende waarborgen biedt om de negatieve effecten voor de omgeving uit te sluiten.
De Afdeling betoogt “dat de aanwijzing van het terrein (..) voor evenementen, gelet op de beperkte grootte van het terrein en de afstand tot het perceel van appellant, op zichzelf aanvaardbaar kan zijn. Hoewel in de planregels een beperking is gesteld aan het aantal en de duur van de evenementen waarin het plan voorziet, stelt het plan evenwel geen beperkingen aan het maximale aantal bezoekers per evenement en het soort evenementen dat met de aanduiding ‘evenemententerrein’ mogelijk wordt gemaakt.
Nu het soort evenementen en het maximum aantal bezoekers per evenement relevant is voor de ruimtelijke uitstraling en de ruimtelijke aanvaardbaarheid van een evenement, in het bijzonder voor de beoordeling van het woon- en leefklimaat van omwonenden, had het op de weg van de raad gelegen om omtrent deze aspecten in het plan voorschriften op te nemen. De raad heeft in dit verband niet kunnen volstaan met de stelling dat op het perceel met name jaarlijks terugkerende evenementen zijn voorzien die beperkte overlast veroorzaken. Daarbij wijst de Afdeling erop dat aan de plantoelichting geen juridisch bindende betekenis toekomt en derhalve aan belanghebbenden onvoldoende rechtszekerheid biedt over het maximum aantal bezoekers per evenement en het soort evenement dat met het plan mogelijk wordt gemaakt. Daarbij komt dat aan de omstandigheid dat een evenementenvergunning op grond van de APV nodig is, niet de zekerheid kan worden ontleend dat op het perceel alleen evenementen kunnen worden gehouden die vanuit planologisch oogpunt aanvaardbaar zijn. De APV is met name ingegeven vanuit het oogpunt van handhaving van de openbare orde.
Gelet op het voorgaande heeft de raad door in de planregels geen beperkingen op te nemen omtrent het maximum aantal bezoekers en het soort evenementen dat op het terrein mogelijk wordt gemaakt, het plan, voor zover dat betrekking heeft op de functieaanduiding ‘evenemententerrein’, vastgesteld in strijd met een goede ruimtelijke ordening.” Zie uitspraak ABRS 22 augustus 2012, no. 201101467/1/R2.