Stadslandbouw hype of een blijvertje?
Stadslandbouwstaat in Nederland in een toenemende belangstelling
In de VS en Canada is stadslandbouw al langer populair. In onder meer Washington, New York, Madison en Detroit is het hip onder stadsbewoners om eigen producten te verbouwen en bijen of kippen te houden. Ook zijn er commerciële stadstuinen die hun producten verkopen aan lokale restaurants of op lokale markten met eetgelegenheid. Via maandelijkse tijdschriften als ‘Urban Farm’ en ‘Beeculture’ worden tips gegeven en netwerken bijgehouden over stadslandbouw, rooftopgardening en het houden van bijen of kippen in de stad. Stadslandbouw maakt in steeds meer Amerikaanse steden onderdeel uit van Sustainability Plans. Deze integratie van lokale en regionale voedselproductie in planologische stadsplannen moet uiteindelijk bijdragen tot een duurzamere samenleving waar de gezondheid van bewoners en voedselproductie in brede zin centraal staat.
Ook wordt stadslandbouw steeds vaker geïntegreerd in stadsplannen, vergelijkbaar met de gemeentelijke structuurvisie. Een voorloper op dat gebied in de VS is Philadelphia, waar programma’s zijn ontwikkeld voor stadslandbouw, zoals de Philadelphia’s Green Program. Het doel van het programma is om in 2015 locaties in de stad te creëren waar lokaal verbouwd voedsel is te kopen op maximaal 10 minuten loopafstand voor tenminste 75% van de inwoners.
Stadslandbouw is meer dan een volkstuin
In Nederland kennen we al vrij lang het fenomeen volkstuin waar bewoners eigen groenten verbouwen en planten kweken. Stadslandbouw omvat echter meer. Het is een omslag in denken over de algemene voedselproductie door meer lokaal voedsel te produceren, te consumeren en te verkopen. Landbouw wordt meestal geassocieerd met het platteland. Stadslandbouw onderscheidt zich van de klassieke landbouw doordat het bewust interactie zoekt met de stad. Het is op allerlei manieren mogelijk om ook in een stedelijke omgeving gewassen te verbouwen, vissen te kweken of dieren te houden, zoals kippen ten behoeve van de lokale voedselconsumptie. Dit kan op een kleinschalige wijze via een dakterras of volkstuin, maar ook op een professionele en commerciële manier, zoals op landbouwgronden van boerderijen aan de rand van de stad of via inbreidingslocaties. Een vast concept bestaat niet voor stadslandbouw.
Stadslandbouw hype
Nederland kent ook in een aantal steden stadslandbouw. De omvang is nog vrij beperkt al is die de laatste tijd erg toegenomen. Voorbeelden van stadsboerderijen op landbouwgronden in of aan de rand van de bebouwde kom zijn Stadsboerderij Almere en de Genneperhoeve in Eindhoven. In Almerde wordt op dit moment het project Agromere ontwikkeld. Dit project moet ervoor zorgen dat landbouw weer bij de stad wordt betrokken.
Een andere manier van stadslandbouw is het telen van gewassen op voormalige industriële gronden, inbreidingslocaties of op beoogde woningbouwlocaties die in verband met de crisis stilliggen. Een voorloper hiervan is het project ‘Uit je eigen stad‘ in Rotterdam.
Om stadslandbouw te laten slagen is het van belang dat het aantrekkelijk wordt gemaakt voor initiatiefnemers en op de politieke agenda wordt gezet. Behalve de voordelen voor de volksgezondheid, valt er voor gemeenten ook veel sociale winst te behalen. Tevens is het nodig dat de traditionele denkwijze rondom landbouw verandert en dat er ruimte voor stadslandbouw in bestemmingsplannen wordt gemaakt. Zo waait stadslandbouw niet over als een hype of trend, maar gaat het deel uitmaken van ons straatbeeld!