Vooroverleg bestemmingsplan
Wettelijk kader Op grond van artikel 3.1.1, eerste lid, eerste volzin van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) pleegt het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een bestemmingsplan daarbij overleg met de besturen van de betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en rijk die betrokken zijn bij de zorg van de ruimtelijke ordening of zijn belast met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.
Kern uitspraak In een uitspraak van de Afdeling van 7 september 2011 (nr. 200907642/1/R1) komt aan de orde dat het toezenden van het voorontwerp naar een overlegpartner voldoende is. Niet nodig is dat ook gereageerd wordt door de betreffende partner.
Overweging Afdeling “In de nota van beantwoording zienswijzen is vermeld dat het voorontwerp in het kader van het bestuurlijk vooroverleg (..) is toegezonden aan de gemeente. De buurgemeente heeft volgens deze nota geen reactie gegeven. Anders dan appellanten betogen, volgt uit artikel 3.1.1, eerste lid, van het Bro niet dat het toezenden van het voorontwerp niet voldoende is om als overleg te worden aangemerkt. Blijkens de artikelsgewijze toelichting uit de nota van toelichting wordt aan de praktijk overgelaten hoe het overleg wordt gevoerd. Gelet op het vorenstaande bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat het plan is vastgesteld in strijd met artikel 3.1.1, eerste lid van het Bro.”
(vooroverleg bestemmingsplan)