Verbreding weg en akoestisch onderzoek
In het oude bestemmingsplan was een bestaande weg bestemd als ‘Weg’ en waren zowel de middenberm als de zijbermen bestemd als ‘Openbaar groen, plantsoen en berm’. Een aanleg van een weg was op grond van laatstgenoemde bestemming niet toegestaan.
In het geactualiseerde bestemmingsplan is de bestaande weg bestemd als ‘Verkeer’, maar is ook aan de midden- en zijbermen de bestemming ‘Verkeer’ toegekend. Hierdoor is het planologisch mogelijk om de weg te verbreden, en dus feitelijk midden- en zijbermen te vervangen door asfalt ten behoeve van een wegverbreding. De Afdeling overweegt in een uitspraak van 23 november 2011 (no. 201002568/1/R1) dat ter zitting namens de raad is meegedeeld dat in het plan is beoogd om de bestaande situatie als zodanig te bestemmen en dat het niet de bedoeling is om in het plan reeds te anticiperen op een eventuele toekomstige verbreding van de weg. “Gelet op het voorgaande is sprake van een planologische wijziging, aangezien immers door de toegekende bestemming aan de bestaande midden- en zijbermen de verbreding naar 2×2 rijstroken van de weg niet langer planologisch is uitgesloten. Hierbij is van belang dat blijkens de plankaart de breedte van het plandeel dat ziet op de weg (…) varieert van ongeveer 30 tot 40 m en dat ter zitting vast is komen te staan dat dit plandeel hiermee voldoende ruimte biedt om de weg van 2×1 rijstrook naar 2×2 rijstrook te kunnen verbreden.
Uitgaan van maximale planologische mogelijkheden van plan “Bij de beoordeling van de ruimtelijke effecten dient te worden uitgegaan van de maximale planologische mogelijkheden die het plan biedt. Nu het voorliggende plan de mogelijkheid biedt om de weg te verbreden naar 2×2 rijstroken, had voorafgaand aan de vaststelling van het plan onderzoek moeten worden gedaan naar de gevolgen van de wegverbreding voor onder meer de luchtkwaliteit en mogelijke geluidhinder. Blijkens de stukken is geen enkel onderzoek uitgevoerd naar de ruimtelijke gevolgen van een eventuele verbreding, zodat het college zich in het bestreden besluit ten onrechte op het standpunt stelt dat in het plan slechts de bestaande situatie is vastgelegd en dat geluidhinder en luchtkwaliteit pas in het kader van een eventuele reconstructieprocedure op grond van de Wet geluidhinder behoeven te worden onderzocht. Het bestreden besluit dient te worden vernietigd wegens strijd met artikel 3:2 van de Awb.”