Regels provinciale verordening ruimte ook van toepassing op wijzigingsplan
Het is vaste jurisprudentie ‘dat met het bestaan van de wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan de aanvaardbaarheid van een nieuwe bestemming binnen het gebied waar de wijzigingsbevoegdheid betrekking op heeft in beginsel als een gegeven mag worden beschouwd, indien is voldaan aan de bij het bestemmingsplan gestelde wijzigingsvoorwaarden’.
Op het tijdstip dat het college van b&w het wijzigingsplan vaststelden was een nieuw provinciale verordening in werking getreden. Moet de gemeente nu rekening houden met de regels in een provinciale verordening bij het vaststellen van een wijzigingsplan?
De Afdeling overweegt: “Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen brengt een redelijke uitleg van artikel 4.1, eerste lid van de Wro met zich dat regels uit een verordening (…) die betrekking hebben op de inhoud van een bestemmingsplan, ook betrekking hebben op de inhoud van een wijzigingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wro. De omstandigheid dat het in deze om toepassing van een wijzigingsbevoegdheid uit een op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) tot stand gekomen plan gaat, doet hier niet aan af.”
Zie uitspraak ABRS 20 maart 2013, 201200119/1/R3