Tweede agrarische bedrijfswoning niet meer toegekend door gemeente
Het valt me op dat in veel nieuwe bestemmingplannen voor het buitengebied nog een mogelijkheid is opgenomen voor een tweede bedrijfswoning. Dit betreft meestal een wijzigingsbevoegdheid voor een tweede agrarische bedrijfswoning. Bij een grote intensieve veehouderijen kan dit erg prettig zijn, omdat het houden van vee nogal wat incidenten kan meebrengen, zoals het breken van een rooster met als gevolg dat een koe of kalf in de mestput valt. Of een kalf dat ontsnapt uit de schuur en buiten loopt. Er zijn nog tal van voorbeelden te noemen voor de noodzaak ervan.
Toch worden de meeste verzoeken om een tweede bedrijfswoning niet gehonoreerd. Dit komt vaak vanwege het negatieve advies van de Agrarische adviescommissie die meestal oordeelt dat een tweede bedrijfswoning niet noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering:
- op afstand kan immers met camera’s de veestapel in de gaten worden gehouden;
- aanwezigheid van moderne communicatiemiddelen waarmee de boer snel ter plaatse aanwezig kan zijn, etc.
Deze ‘noodzakelijkheidseis’ is meestal als voorwaarde opgenomen in het bestemmingsplan. Zelf heb ik nog nooit een advies van een agrarische adviescommissie gezien waarin de commissie adviseert om mee te werken en de tweede bedrijfswoning als noodzakelijk beoordeelt. In het kader daarvan vraag ik me dan ook af waarom gemeenten nog steeds wijzigingsbevoegdheden in het bestemmingsplan opnemen voor een tweede agrarische bedrijfswoning. De gemeente geeft boeren op deze manier de illusie dat naast de bestaande bedrijfswoning, waar meestal de oudere maar nog in het bedrijf actieve boer woont, een tweede bedrijfswoning mogelijk is voor de zoon of dochter. Neem deze mogelijkheid dan gewoon niet meer op in het bestemmingsplan! Dat geeft vooraf duidelijkheid en voorkomt teleurstellingen.
Durf als gemeente eens af te wijken van het advies van de agrarische adviescommissie!
De leden van de agrarische adviescommissies worden in de praktijk in mijn ogen te vaak neergezet als ‘heiligen die de waarheid in pacht hebben’. Dat is echter het niet het geval. Het is naar mijn mening heel goed dat een externe adviescommissie ter plaatse kijkt en een oordeel over het bedrijf vormt. Het is echter niet meer dan een advies. Het zou mooi zijn als een gemeente-ambtenaar ook zelf het bedrijf eens gaat bezoeken voor een beoordeling. Aan de hand van het advies van de Agrarische adviescommissie en de beoordeling van een ambtenaar van de gemeente of omgevingsdienst kan dan beoordeeld worden of de tweede bedrijfswoning noodzakelijk is. Dat is eerlijker dan een advies op basis van één commissie.
Voorbeeld waarin een verzoek om een tweede bedrijfswoning wel gelukt is
Na ruim 1,5 jaar is het ons gelukt om voor een agrarische maatschap in Weerselo een tweede bedrijfswoning mogelijk te maken. Het bovenstaande heb ik geschreven op basis van eigen ervaring en ik hoop dat gemeenten de tips ter harte nemen. Wilt u meer weten over dit onderwerp? Bel 010 – 268 0689.