Weigering wijzigingsbevoegdheid bestemmingsplan goed onderbouwen
Wijzigingsbevoegdheid bestemmingsplan – Een gemeente heeft een aanvraag binnengekregen voor de wijziging van de geldende bestemming ten behoeve van de plaatsing van windturbines. De wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan maakt het mogelijk de bestemming te wijzigen voor de plaatsing van windturbines. De gemeente heeft in het weigeringsbesluit aangegeven dat de vaststelling van het wijzigingsplan niet in het belang is van een goede ruimtelijke ordening. Verder is de gemeente de mening toegedaan dat de windturbines afbreuk doen aan de landschappelijke waarden van het open landschap.
De Afdeling overweegt: “De Afdeling heeft (…) overwogen dat de wijzigingsbevoegdheid in dit geval betrekking heeft op een gebied dat niet van grote omvang is en dat de oude bestemming slechts kan worden gewijzigd in één nieuwe bestemming. De planologische afweging heeft derhalve al plaatsgevonden bij de beoordeling van de wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan. (…)”.
Behalve de wijzigingsvoorwaarden in het bestemmingsplan is ook het voorgaande belangrijk: de planologische afweging heeft al in een eerder stadium plaatsgevonden. Dit betekent in de praktijk voor gemeenten dat zij het weigeringsbesluit extra goed dienen te motiveren (verzwaarde motiveringsplicht) en niet simpel kunnen afdoen met de onderbouwing dat de wijziging niet wenselijk is.